Door het faillissement van de ChampCar World Series vorig jaar, is de Amerikaanse autosportladder ernstig beschadigd geraakt. Kampioenschappen werden een dood spoor, terwijl de overlevende IndyCar Series alleen over een directe feeder series beschikt, de Indy Lights. Daar is nu verandering in gekomen, want de Indy Racing League zal vanaf komend seizoen het U.S. F2000 National Championship organiseren, een instapklasse voor jong talent dat uit de karts komt.

Om te weten waarom de Amerikaanse autosportladder bijna volledig afhankelijk was van de CART en ChampCar World Series, moeten we terug naar het jaar 1994. In dat jaar maakte Tony George, kleinzoon van Tony Hulman, de man die de Indianapolis Motor Speedway van de ondergang gered heeft, bekend dat hij een nieuwe open wheel series zou beginnen, genaamd de Indy Racing League. Dit kampioenschap was ontstaan uit onvrede van Amerikaanse deelnemers, die vonden dat de CART IndyCar World Series zich te internationaal oriënteerde en daarmee het Amerikaanse publiek wegjoeg, en veel te duur was voor teams. Dat de Amerikaanse racerij in die jaren ook in de Verenigde Staten zelf immens populair was werd voor het gemak maar even vergeten. De Indy Racing League zou daar wel even verandering in brengen, door volledig om de legendarische Indy 500 te draaien, waar het seizoen in mei afgesloten zou worden.

De periode die voor de organisatie min of meer model stond waren de jaren zeventig, de periode voor de afsplitsing van de raceteams verenigd in het Championship Auto Racing Teams, CART. In deze periode werd er nog veelvuldig op ovals en dirt tracks geracet in het USAC National Championship, de huidige IZOD IndyCar Series. Omdat volgens de IRL Amerikanen ovals wilden zien, getuige de groeiende populariteit van de NASCAR Winston Cup, werden alle circuits met rechterbochten van de kalender geweerd. Een gebruik waar nog tot in 2004 aan vast werd gehouden. Opmerkelijk detail is dat de oprichter van autosportorganisatie USAC dat eind jaren ’70 door CART gepasseerd werd, Tony Hulman was. USAC werd na enkele seizoenen waarin de organisator een aantal grote fouten maakten in de timing and scoring, door de IRL de deur gewezen.

Tegelijkertijd moesten er weer meer Amerikanen meedoen. Deze moesten, weer net zoals vroeger, uit de sprint cars komen, die veel races op dirt tracks rijden. In de jaren negentig was dit dan ook een van de sterke punten van de Indy Racing League. Zo won Tony Stewart in 1997 het Indy Racing Leaguekampioenschap, en zou Sarah Fisher uitgroeien tot een publiekslieveling. Ook in de eenentwintigste eeuw zette zich deze trend door, maar succes van coureurs uit de sprint cars werd steeds schaarser door de komst van de voormalige ChampCarteams. Sarah Fisher en Ed Carpenter zijn de enige overgebleven coureurs die via de sprint cars in de IndyCars terecht zijn gekomen, en hoewel zij beiden prima coureurs zijn, hebben zij nog geen race gewonnen, al was Carpenter afgelopen seizoen erg dichtbij.

Door de sprint cars als feeder series te gebruiken omzeilde de Indy Racing League de bestaande feeder series. Waar de CART Series in die tijd gebruik maakte van de wildgroei aan feeder series als Formula Atlantic, Indy Lights en SCCA, haalde de IRL haar coureurs grotendeels uit de sprint cars en reden er nog een paar oudere CART-coureurs als Eddie Cheever Jr., Al Unser Jr. en Arie Luyendijk.

De Indy Pro Series werd in 2002, een jaar na de teloorgang van de CART Indy Lights, opgericht als alternatief voor de sprint cars en om wegcoureurs de kans te geven het tot de Indy Racing League te schoppen, en daarmee had de IRL haar eerste eigen feeder series. Hoewel de eerste jaren van de Indy Pro Series geen succes waren vanwege kleine startvelden door een kalender die volledig uit ovals bestond, keerde het tij in 2005 met de toevoeging van circuits aan de Indy Racing League kalenders. Jong talent als Ed Carpenter (die net uit de sprint cars kwam), Marco Andretti, Alfred Unser, Arie Luyendijk Jr., Phil Giebler, Jaime Camara, Jeff Simmons en Wade Cunningham, die bijna allemaal minstens eens in hun leven een IndyCarrace verreden hebben, deden dat jaar aan het kampioenschap mee. De jaren daarna waren ook een groot succes voor de series. Sinds 2006 hebben alle kampioenen uiteindelijk een contract kunnen tekenen bij een IndyCarteam voor ten minsten een gedeeltelijk seizoen. Alleen de nieuwe kampioen van de series die sinds 2008 de Firestone Indy Lights heet, heeft nog geen racecontract, maar J.R. Hildebrand is al wel uitgenodigd om voor het Formule 1-team Force India te komen testen. Of hij volgend jaar een plek in de hoogste klasse zal vinden is nog onduidelijk, de kans daarop wordt steeds kleiner. Het zou zonde zijn als het hem niet lukt, maar gelukkig zou Team US F1 ook een mooi alternatief zijn.

Volgend jaar zal de Firestone Indy Lights gezelschap krijgen van het U.S. F2000 National Championship. Deze feeder series is een reïncarnatie van het kampioenschap van Dan Andersen. Dan Andersen zal wederom betrokken bij dit project zijn als medeoprichter en eigenaar. Zijn bedrijf Andersen Promotions zal de complete organisatie op zich nemen, waarbij zijn broer John de taak van director of competition zal vervullen.f2000-10

De teambaas van teams in Star Mazda en Indy Lights, richtte in 1991 samen met Mike Foschi deze feeder series op. Over de jaren groeide dit uit tot een van de succesvolste kampioenschappen in de Amerikaanse juniorklassen met soms wel zestig deelnemers gedurende een weekend. Bekende coureurs van destijds zijn Sam Hornish Jr., Dan Wheldon, Buddy Rice, Sam Schmidt, Greg Moore, Robby McGehee, Greg Ray, Alex Barron, Memo Gidley en Jay Howard, allemaal coureurs die niet onverdienstelijk in Champ- en IndyCars zouden racen. De laatste kampioen is J.R. Hildebrand. Hij won in 2006 het laatste U.S. F2000 National Championship, en is nu hard op zoek naar een plaats als coureur bij een IndyCarteam.

Toen Dan Andersen in 2001 de series aan Jon Baytos verkocht ging het al snel bergafwaarts. De nieuwe eigenaar voerde controversiële regels door die resulteerde in een dalend aantal deelnemers. 2006 zou het laatste jaar van de series zijn.

Datzelfde jaar werd de F2000 Championship Series opgericht. Dit kampioenschap is echter meer gericht op coureurs die voor hun plezier racen, in plaats van om hoger op te komen. Hoewel de klasse toch een aardig aantal serieuze coureur kent, heeft de organisatie bewust gekozen voor een niet al te professioneel karakter. Toch heeft Team US F1 onlangs haar naam verbonden aan de F2000 Championship Series omdat het Formule 1-team ervan overtuigd is dat dit dé kweekvijver voor hun toekomstige coureurs moet worden. Deze series kan echter niet als een concurrent beschouwd worden van het U.S. F2000 National Championship, al is de kans groot dat veel teams de overstap naar de nieuwe series zullen maken vanwege het professionele, maar kostenefficiënte, karakter.

f2000-12Een andere reden waarom veel Championship Series-teams waarschijnlijk de overstap zullen maken, is omdat in het eerste jaar veel van de huidige Formule 2000, de Amerikaanse 2-liter variant van de bekende Formule Ford, en Formula Continental series startgerechtigd zullen zijn. Overige technische en sportieve regels wordt nog hard aangewerkt, maar bekend is al wel dat Cooper Tires het kampioenschap van banden zal voorzien en presentingsponsor is.

Naast Cooper Tires zal ook Mazda betrokken zijn als leverancier. De Japanse autofabrikant had altijd een goede samenwerking met de ChampCar World Series, maar weet ook dat het zich op de IndyCar Series zal moeten richten als het zich wil blijven profileren in de Amerikaanse autosportladder. Mazda investeert al jaren enorm veel geld, begeleiding en promotie in haar juniorklassen. De afgelopen jaren organiseerde het samen met ChampCar de Formula Atlantic. Dit was de hoogste klasse van de MAZDASPEED-ladder. De winnaar hiervan kreeg een bonus van één miljoen dollar en werd geholpen bij het vinden van een zitje voor de ChampCar World Series. Nu ChampCar niet meer bestaat is ook het Atlantic Championship op een dood spoor belandt en is het nog maar de vraag of het de winter nog wel zal overleven. Zo heeft bijvoorbeeld Newman Wachs Racing nog geen prijzengeld ontvangen en zij zullen dan ook uit het kampioenschap vertrekken, vermoedelijk naar de Indy Lights met de Atlanticskampioen van afgelopen seizoen, de Amerikaan John Edwards.

Om de MAZDASPEED-ladder nieuw leven in te blazen is Mazda de samenwerking met de IRL aangegaan. Dit zal ongetwijfeld een moeilijke stap zijn geweest voor de trotse Japanners, aangezien een van hun grootste concurrenten, Honda, al hevig betrokken is bij de IndyCar Series. Toch heeft Mazda ervoor gekozen om het U.S. F2000 National Championship van motoren te voorzien. Hoe ver deze samenwerking precies gaat is op dit moment nog niet bekend, maar verwacht wordt dat Mazda zich net als Cooper Tires als sponsor aan de series zal verbinden en vervolgens Star Mazda ook bij de IRL-ladder betrekken.

Star Mazda is namelijk de volgende stap op de ladder. De stap van Formule 2000 naar Indy Lights is voor de meeste coureurs te groot. Star Mazda was dan ook altijd de onofficiële opstap naar de Indy Lights, maar met de samenwerking van Mazda met de IRL lijkt deze stap nu ook officieel te zijn, al valt het nog niet onder IRL-bevoegdheid. Vanuit het U.S. F2000 National Championship zouden coureurs dan de overstap naar Star Mazda moeten maken, en vervolgens naar de Indy Lights, waar zij zich serieus kunnen voorbereiden op het echte werk in de Big Cars.

Er lijken weinig mensen te zijn die eraan twijfelen dat dit een succesvolle opstapklasse zal worden, en gezien het verleden van alle betrokkenen en de plannen die tot dusver gepresenteerd zijn is dat helemaal geen rare aanname. Een tegenargument zou kuf2000-5nnen zijn dat dit zware economische tijden zijn, maar de economie is alweer aan het aantrekken, en de series is opgezet met kostenefficiëntie in het achterhoofd. Ook hoeven de bestaande teams geen nieuwe wagens aan te schaffen, hun Formule 2000- en Formula Continental-bolides zullen het eerste jaar nog toegelaten worden. Daarnaast is het een voor sponsoren aantrekkelijk concept. Het racen is goedkoop, maar als de Indy Racing League het goed aanpakt en de nieuwe klasse juist weet te promoten, krijgt een sponsor veel zichtbaarheid voor weinig geld. Het U.S. F2000 National Championship is dus niet zomaar een van de vele nieuwe raceklassen die de laatste tijd als paddenstoelen uit de grond schieten, maar een die in potentie de Amerikaanse autosportladder, en daarmee potentiële Formule 1-coureurs, naar een niveau terug kan brengen naar waar het ooit geweest is.

De U.S. F2000 National Championship 2010 kalender:

Race 1 en 2:   27 en 28 maart – Honda Grand Prix of St. Petersburg (street course,
               met IndyCar Series)
Race 3:        29 mei – Night Before the 500, O’Reilly Raceway Park, Indianapolis
               (0.686 mile oval, traditionele race de avond voor de Indy 500, samen
               met USAC Morpar National Midgets)
Race 4:        19 juni – Iowa Speedway (tri-oval, samen met IndyCar Series)
Race 5 en 6:   26 en 27 juni – New Jersey Motorsports Park (road course, samen met
               Atlantics en Star Mazda)
Race 7 en 8:   31 juli en 1 augustus – Autobahn Country Club, Jolliet, Ill. (road
               course, samen met Atlantics en Star Mazda)
Race 9 en 10:  21 en 22 augustus – Road America (road course, samen met American Le
               Mans Series)
Race 11 en 12: 30 september en 1 oktober – Road Atlanta (road course, samen met
               American Le Mans Series)

(foto’s eigendom van U.S. F2000 National Championship)