De IndyCar Series beleven een uitstekende periode: veel talenten breken door, het startveld is omvangrijk en de Indianapolis 500 trekt jaarlijks een divers startveld en een groot publiek aan. Toch is één essentieel onderdeel van de raceklasse een doorn in het oog van veel fans: de kalender. Hoewel IndyCar er veel aan heeft gedaan om stabiliteit te creëren in de kalender en op fraaie circuits te racen, is het aantal ovals de afgelopen jaren flink afgenomen. Behalve de Indianapolis 500 wordt enkel op de ovals van Texas en Gateway gereden, voor in totaal vier races per seizoen (Texas is een double-header).
Er gloort echter licht aan de horizon: IndyCar Series-eigenaar Roger Penske verklaarde eerder deze maand tegenover RACER.com dat de klasse op zoek is naar mogelijkheden om het aantal ovals uit te breiden, zowel wat betreft ‘grote’ ovals als de kleinere shorttracks. IndyCar heeft het nodig: de combinatie van ovals, road courses en stratencircuits in dezelfde raceklasse maakt IndyCar uniek in de wereld van de open-wielracerij. Daarnaast is racen op een oval een geheel eigen specialiteit die sommige coureurs meer bezitten dan anderen, waardoor het kampioenschap voor die groep coureurs ook een stuk interessanter wordt om aan deel te nemen. Tenslotte is het ook een enorm spektakel om de razendsnelle IndyCars op een oval in actie te zien; het is een uitstekend visitekaartje voor IndyCar zelf en voor de autosport in zijn geheel.
Maar welke ovals zouden voor IndyCar, los van contractuele moeilijkheden, een reële optie zijn? Dat het aantal ovals op de kalender gaandeweg is afgenomen heeft gedeeltelijk te maken met de zware ongelukken die hebben plaatsgevonden. IndyCar is daarom huiverig om op snelle circuits van NASCAR te racen, waardoor eigenlijk de meeste ovals van anderhalve mijl zouden wegvallen. De race(s) in Texas zijn daarop de uitzondering, maar sinds de verbouwing van dat circuit en de toevoeging van ‘traction compound’ voor de NASCAR-races is er voor IndyCar weinig eer meer te behalen. Toch zet Penske de deur naar dergelijke ovals op een kier. Wat ons betreft zouden circuits als Kentucky Speedway en Michigan International Speedway – twee banen waar IndyCar in het verleden ook reed – een goede mogelijkheid kunnen zijn. Beide circuits liggen daarbij in de buurt van Indiana(polis), wat het zwaartepunt is van de Amerikaanse ‘fanbase’.
Shorttracks, kleine ovals, zijn vanuit het veiligheidsoogpunt een goede keuze voor IndyCar vanwege de lagere snelheden, zonder dat het racen zelf ernstig tekort wordt gedaan. In het verleden werden succesvolle evenementen gehouden op Iowa Speedway en dat zou direct weer een waardevolle toevoeging zijn aan het programma. Daarnaast rijdt IndyCar een aantal keer per seizoen in het westen van de Verenigde Staten, waardoor het circuit van Phoenix om logistieke een interessante toevoeging is. Het is een baan waar de series eveneens een verleden heeft en het heeft een voor een shorttrack uniek karakter met een ‘dog leg’ en twee verschillende bochten.
Een ‘long shot’ maar een prachtig verhaal zou de terugkeer zijn van de Milwaukee Mile. Dit was ooit de vaste prik van IndyCar (en diens voorgangers) in het weekend na de Indianapolis 500. Het stokoude circuit heeft al enkele jaren geen groot autosportevenement meer georganiseerd, maar dit jaar komt ARCA op bezoek op het baantje in West Allis – misschien wel het begin van de terugkeer van Milwaukee op de ‘big stage’.
Er zijn al met al veel mogelijkheden voor IndyCar en er zijn een heleboel suggesties te geven waar de series in de toekomst naar kan afreizen voor een ovalwedstrijd. Het is zeer te hopen dat IndyCar dat in de toekomst meer gaat doen, want drie weekenden per seizoen is heel weinig en doet geen recht aan de kwaliteit van de races en de historie van open-wielracerij in de Verenigde Staten.
Foto: Ranial Diaz. This file is licensed under the Creative Commons Attribution 2.0 Generic license.