Nederland kent maar een handvol GT-coureurs die met de internationale top mee kunnen komen. Eén van hen is Patrick Huisman. De boomlange coureur maakte ooit furore in de Porsche Supercup, maar is tegenwoordig in het VLN-kampioenschap terug te vinden.
Na 18 jaar lang schitteren in de Porsche Supercup, maakte Patrick Huisman enkele jaren geleden de overstap naar de VLN, het langeafstandskampioenschap op de legendarische Nürburgring-Nordschleife. Het verleggen van zijn aandacht naar de enduranceracerij was een bewuste keuze met het oog op zijn eigen competitiviteit. “Ik stopte met de Supercup omdat ik steeds meer nadeel ondervond van mijn lengte en daarmee samenhangende gewicht,” legt Huisman uit. “De Supercup is een quasi-kampioenschap geworden waarbij het lastig is om je te onderscheiden als rijder wanneer je een gewichtshandicap hebt van dertig kilogram. Ik heb er jaren voor gestreden om het rijdersgewicht mee te nemen in het totale gewicht van de auto, maar daar wilde men niet aan. Het is jammer hoe er twee jaar later wel een rijdersgwicht is ingevoerd.”
Via broer en 24 uur van de Nürburgring-kampioen Duncan Huisman kwam de viervoudige Porsche Supercup-kampioen in 2011 in contact met Frikadelli Racing, waarna het idee ontstond om in 2012 de krachten te bundelen. Sindsdien is het privéteam van eigenaar-rijder Klaus Abbelen uitgegroeid tot een van de powerhouses van VLN — niet in de laatste plaats dankzij de inbreng van Huisman. “Frikadelli is de afgelopen jaren zeer professioneel geworden met toch de persoonlijke familieteamtrekjes,” zegt Huisman. “Ik vind het mooi dat ik de afgelopen drie jaar heb kunnen bouwen aan de verdere verbetering van het team. Ik voel me er echt thuis. Frikadelli komt nu op het niveau waar we willen zijn en men heeft een heel duidelijke toekomstvisie waarbij er meer op het programma komt dan alleen de VLN.
“Voor privéteams was het de afgelopen jaren heel lastig om te scoren door de successen van het fabrieksteam van Porsche, Manthey Racing. In 2013 kregen we een grote upgrade van Porsche qua aerodynamica en fabrieksbanden van Michelin. Deze twee dingen resulteerden in een competitief pakket en ook de groei van het team leidde tot de allereerste overwinning van Frikadelli. Uiteindelijk wonnen we de Speed Trophäe voor beste en snelste team en ook in 2014 hebben we deze prijs gewonnen.
“Het is een optelsom van alle ontwikkelingen van de afgelopen jaren. Ik merk heel sterk dat mijn ervaring het team een grote stap voorwaarts heeft gebracht. We zijn nu de benchmark op Porsche-gebied en hebben eigenlijk de positie van Manthey ingenomen.”
Toen de Porsche-equipe eind 2013 voor het eerst zegevierde, was Sabine Schmitz, naast Patrick Huisman en Klaus Abbelen de vaste rijder in de Porsche 911 GT3 R, er niet bij. Porsche-fabriekscoureur Patrick Pilet viel destijds in en bewees ook diens waarde door als vierde rijder deel uit te maken van de tweede overwinning van de Barweiler renstal, in april 2014. Pas in augustus boekte de ‘klassieke’ line-up van Schmitz, Abbelen en Huisman de eerste overwinning. “Het meest trots ben ik op de overwinning medio 2014 omdat dat dat de eerste race was die ik samen met Sabine Schmitz en Klaus Abbelen won, oftewel de vaste rijdersbezetting,” zegt Huisman over die overtuigende overwinning in de Grenzlandrennen. “Geen hulp van onze vaste stand-in Patrick Pilet.”
Maar er waren ook mindere momenten, zoals tijdens de Opel 6h ADAC Ruhr-Pokal-Rennen, die onder wisselende weersomstandigheden werd verreden. “De grootste teleurstelling was zonder twijfel toen ik in VLN7 aan de leiding ging en zelf een foutje maakte en op het langzaamste gedeelte in de regen van de baan gleed. Weg overwinning.”
Veel VLN-races werden dit seizoen ontsierd door zware ongevallen op het circuit in de Eifel. Als reactie daarop voert de Duitse autosportbond deze winter een speciale Nordschleifelicentie in, die moet voorkomen dat rijders met onvoldoende ervaring aan de start kunnen verschijnen. Wanneer Huisman, die zelf ook het slachtoffer werd van een zware crash, naar zijn mening daarover gevraagd wordt, is hij duidelijk: “Het aantal ongevallen was belachelijk hoog,” constateert de 48-jarige coureur. “Ik heb het zelf aan den lijve ondervonden tijdens de zwaarste crash van het seizoen, tijdens VLN9. Het probleem komt mijn inziens door teveel auto’s die vergelijkbare rondetijden rijden zoals de Opel Astra Cup, de BMW 235i Racing Cup, en de Toyota GT86 Cup, en de V6-klasse. Die rijden allemaal ongeveer 9 à 9:30 minuten per ronde, maar bij elkaar zijn het denk ik honderd auto’s. Hierdoor ontstaat er veel verkeer.
“Daarnaast is er het probleem van te weinig ervaring bij een behoorlijk grote groep rijders van de langzaamste tot de snelste klassen. Mijn crash, waarbij ik van achteren werd aangetikt op de Flugplatz, was een duidelijk geval van onervarenheid van een goede rijder (Andy Meyrick, red.) in de fabrieks-Bentley.
“Tot slot is de Code 60 (een snelheidslimiet van zestig kilometer per uur in een gele vlag-zone, red.) een heel goede regel voor de Nordschleife, echter gaan niet alle baanposten er even goed mee om waardoor je op snelle, onoverzichtelijke plaatsen soms ineens verrast wordt door een Code 60. Rem je in een GT3 dan hard, dan is het voor andere auto’s bijna onmogelijk om op tijd af te remmen.
“Dus de invoering van de Nordschleifelicentie is denk ik een goede verbetering, maar zal gecombineerd moeten worden met nog meer communicatie met de marshalls.”
Met de Speed Trophäe en drie raceoverwinningen op zijn toch al indrukwekkende erelijst erbij, heeft Huisman een succesvol 2014 om op terug te kijken. Er is echter nog altijd de honger naar meer. “Ik heb al heel veel bereikt in de autosport,” kijkt Huisman terug op zijn carrière. “Van titels in Nederlandse kampioenschappen tot vier Supercup-titels en overwinningen in Le Mans, Sebring, Nordschleife en de DTM. Op mijn verlanglijst staat naast Bathurst ook zeker nog een algehele 24-uurs overwinning op de Nordschleife, zodat mijn naam naast die van Duncan gegraveerd wordt op de muur van winnaars.
“In 2015 ga ik sowieso met Frikadelli door. En ik verwacht eigenlijk dat ik daar op de lange termijn blijf, zeker gezien de plannen die men daar heeft voor 2016 en daarna. Wat dat betreft denk ik nog wel een paar jaartjes op het hoogste GT-niveau mee te kunnen.”