De 24 uur van Le Mans een slijtageslag is voor mens en machine. Het is een cliché. Dat het er dit jaar zó dik bovenop zou liggen, had niemand voorzien. In 24 uur racen sleet Audi minder hard dan Porsche en Toyota en ging Audi Sport Team Joest voor de drieënvijftigste keer op rij met de LM24-troffee naar huis.

Vooraf was het wat mij betreft duidelijk: Toyota ging winnen, anders Porsche. En dat was precies wat zich bijna afspeelde. Kazuki Nakajami scoorde op donderdagavond voor Toyota pole position–de eerste ooit voor een Japanse coureur–en deed in de eerste dertien uur precies dat wat ik verwacht had dat de mannen en vrouwen van Toyota Motorsport GmbH zouden gaan doen. Al in de eerste ronden tekende zich het beeld af dat de rest van de middag en avond zou bepalen: Nakajima, Stéphane Sarrazin en Alexander Wurz in de nummer 7-TS040 Hybrid voorop, de rest van het veld erachteraan. Twee wolkbreuken vroeg in de race veranderden daar niets aan.

Waar die hevige buien wel iets aan deden, waren de kansen van Audi’s nummer 3-bolide. Waar Marco Bonanomi zijn verstand gebruikte en de Audi R18 e-tron quattro op lage snelheid over de baan stuurde, dachten Nicolas Lapierre en Sam Bird dat het wel een goed idee zou zijn om met slicks onder de auto tijdens een safety car-fase het gas diep in te trappen. Als twee volslagen debielen raasden Bird en Lapierre over de baan…totdat ze een groep auto’s tegenkwamen en de controle over hun Ferrari en Toyota verloren en Bonamoni uit de race kegelden. Lapierre had met zijn ervaring beter moeten weten en Bird liet zien waarom hij tot een jaar geleden op Formule 1-koers lag. Het traantje dat Bonamoni liet toen hij erachter kwam dat zijn Audi écht niet meer verder kon, was hartverscheurend.

Lapierre vergooide door zijn dwaze actie ook een goede kans voor Toyota om te winnen. De Fransman bevond zich in de beginfase in de ideale positie om de zusterauto rugdekking te geven. Die rugdekking had Toyota goed kunnen gebruiken toen vlak voor zonsopkomst de elektronica van Nakajima’s hybrid er genoeg van had. Maar de nummer 8 was in geen velden of wegen meer te bekennen. Het team uit Köln zou na die uitvalbeurt geen enkele rol van betekenis meer spelen en daar zijn de FIA World Endurance Championship-leiders zelf debet aan.

Een zinderend duel ontpopte zich tegen het middaguur tussen Audi en Porsche. André Lotterer knalde de ene na de andere snelle ronde uit de nummer 2-R18 om met grote stappen op de leidende Porsche in te lopen. De Duitser schitterde in de meest cruciale fase van de 24 uur door vaak enkele seconden sneller te zijn dan dan Porsche-piloten Timo Bernhard en Mark Webber. Het tempo van Lotterer had Audi uiteindelijk aan de leiding kunnen brengen, maar zover hoefde het niet te komen…

De verwachtingen waren vooraf hooggespannen. Porsche’s directie deed er nog een schepje bovenop en sprak als doel een podiumplaats uit en hoopte stiekem op nóg meer. Dat was altijd al een veel te optimistische opvatting, kwamen we achter toen Brendon Hartley tegenover journalist Andrew Frankel een boekje opendeed over de mislukte voorbereiding van Porsche gedurende de winter. In tegenstelling tot wat Weissach iedereen wilde laten geloven, was de Porsche LMP1 helemaal niet klaar voor een 24-uurswedstrijd. Nooit eerder had hun auto langer dan zes uur achtereen geracet. Niet in de WEC-races en niet in testsessies. Een 24-uurstest resulteerde in aanloop naar het seizoen in opgave en dat was in Le Mans niet anders.

Met de opkomende zon in zijn ogen reed Alex Brundle de tweede dag in. Aan de leiding met zijn Ligier-Nissan, liet het Nissan GT Academy-team van Brundle, Jann Mardenborough en Mark Shulzhitskiy zien dat ze ondanks hun onconventionele achtergrond in de autosport niets voor andere coureurs onderdoen. Geen van de drie jongelingen maakten een fout en ook de splinternieuwe Ligier JS P2 hield zich goed. Maar met nieuwe auto’s is het altijd wachten op problemen; die kwamen enkele uren voor het einde. Weg overwinning, weg podium.

LMP2-eer ging naar Jota Sport. De Zytek Z11SN mag dan wel een doorontwikkeling zijn van een tien jaar oude wagen, het oudje versloeg de veel jongere Ligiers, Morgans en Oreca’s. Het geheim: de auto heel houden. Dat was de opdracht van teameigenaar en coureur Simon Dolan aan zijn coureurs. Dus géén kerbstones en géén stukjes gras meepakken. Rustig aan met de koppeling en rustig aan met de versnellingsbak. Een strategie die in de eerste helft van de race tijd kostte maar zich in de eindfase uitbetaalde in veel tijdswinst op auto’s die lang in de pits stonden voor reparaties. Spectaculair was de zege allerminst, maar dat zal Jota weinig interesseren. De Britten lieten beter dan wie dan ook zien waarom de 24 uur van Le Mans ook wel de Grand Prix d’Endurance genoemd wordt.

Met drie coureurs is de 24 uur van Le Mans al zwaar genoeg. Jeroen Bleekemolen en Cooper MacNeil deden het noodgedwongen met z’n tweeën. De diehards zetten een prestatie van formaat neer door hun Porsche 997 GT3 RSR naar de vijfde plaats in GTE-Pro en drieëndertigste algemeen te sturen. Bleekemolen nam vanwege zijn ervaring veertien uur voor zijn rekening; de maximum tijd die een coureur in de auto mag doorbrengen. De 21-jarige MacNeil reed in lange stints een eveneens goede tien uur over het Circuit de la Sarthe. Voor beide helden een rit die ongetwijfeld veel van hun lichaam en karakter gevraagd heeft.

Bleekemolen gaat na Le Mans direct door naar die andere legendarische 24 uursrace: de ADAC 24-Stunden Rennen op de Nürburgring. Vorig jaar zegevierde de Nederlander in de Black Falcon Mercedes-Benz SLS AMG GT3, maar het kwartet waarmee hij dat deed is uit elkaar gevallen. Bleekemolen is de enige overgebleven rijder van 2013 en krijgt dit weekend versterking van Andreas Simonsen, Christian Menzel en Lance David Arnold, die net als hun teamgenoot regelmatig in VLN racen–en winnen.

De lijst van 2 x 24 uursrijders is lang. Meer dan een dozijn mannen die vorige week nog in Le Mans actief waren zijn dit weekend ook in de Eifel erbij. Voor sommige van hen is de Nürburgring 24 uur een kans om de nare nasmaak van Le Mans weg te spoelen, voor anderen is het de mogelijkheid om voor de tweede keer in korte tijd te schitteren in een van de belangrijkste enduranceraces ter wereld. Voor Marcel Fässler is het de kans om zichzelf onsterfelijk te maken door een week na Le Mans-glorie ook de beste van de Nürburgring te zijn–voor zover drie Le Mans 24 uurstitels de Zwitser nog niet onsterfelijk hebben gemaakt.