Zaterdag gaat de 24 uur van Le Mans voor de 82ste keer van start. Een nieuw technisch reglement en de terugkeer van een legendarisch merk in LMP1, vier sterke autofabrikanten in GTE en een overvol in LMP2 dienen als uitgangspunt voor de race waar en sports car racing-fotograaf en -enthousiast Niels Breider deze week op vooruitblikt. Als afsluiting de klasse waar de nieuwste technologieën uitgeprobeerd worden: LMP1.

De klasse waar altijd de meeste ogen op zijn gericht is zonder twijfel LMP1, waar autofabrikanten hun nieuwste technologieën uitproberen en privéteams het met hun beperkte middelen de fabrieksteams lastig proberen te maken. Met negen auto’s is LMP1 ten opzichte van vorig jaar met één auto gegroeid. Audi en Toyota zijn er natuurlijk weer bij en als enige privateer doet ook Rebellion mee met een twee eigen auto’s. Nieuwkomer in de topklasse is Porsche, dat een zestien jaar oude belofte inlost door terug te keren naar de hoogste klasse in de 24 uur van Le Mans.

De regels van de LMP1-klasse zijn dit jaar behoorlijk veranderd. Dit is het eerste seizoen in de nieuwe energieformule die door de ACO, de organisatoren van Le Mans, in samenwerking met de FIA is ontwikkeld. Hoewel de mogelijkheid bestond om hun oude auto’s in te zetten, hebben alle teams besloten om nieuwe te bouwen.

Meest in het oog springende veranderingen zijn de beperkte breedte van de auto’s en de banden, en heeft de op een energie gebaseerde formule tot gevolg dat de prototypen het met gemiddeld 25-procent minder brandstof moeten doen. Dat dit voor de fabrikanten geen probleem is, hebben we de afgelopen twee races in het FIA World Endurance Championship wel gezien: waar de race in Silverstone nog nat was en er geen goede vergelijking te maken viel met de voorgaande jaren, kon dat in Spa-Francorchamps wel. Daar bleek dat de huidige LMP1’s een stuk sneller zijn geworden, ondanks het lagere verbruik.

Audi: minder hybrid, meer diesel

Audi Sport Team Joest is wederom de verdedigende kampioen op Le Mans. Het team kwam vorig jaar met een R18 e-tron quattro aan de start en heeft voor dit jaar een nieuwe R18 gebouwd. Deze e-tron quattro is echter alleen in naam hetzelfde als de auto van vorig jaar. Bij Audi heeft men namelijk besloten om de Le Mans-prototypen vanaf nu van het typenummer R18 te voorzien.

Opmerkelijk is dat Audi gekozen heeft om dit jaar in tegenstelling tot Porsche en Toyota mee te doen met een auto die 2 MegaJoule aan kinetische energie mag terugwinnen. Ook de vorig jaar geteste energieterugwinning door middel van uitlaat warmte is niet doorgevoerd in de nieuwe R18. De consequenties hiervan waren al te zien tijdens de races op Silverstone en Spa: de benzine-hybrides van Porsche en Toyota doen het op acceleratievermogen duidelijk beter dan de Audi met zijn 4-liter turbodiesel V6. Door de keuze voor diesel heeft Audi ook het nadeel van een kleinere tank (54,8 liter tegenover 66,9 liter van de benzine tegenstanders). Hierdoor zal Audi minder ronden af kunnen leggen per tank dan de benzine LMP1’s.

Ondanks dat Audi een eigenaardige gok heeft genomen door te kiezen voor minder hybridevermogen, is het team van Reinhold Jöst een van de beste in de business. Ze weten als geen ander dat het rijden van een race zonder problemen je vaak in de buurt van de podiumplaatsen brengt. Verwacht het team dan ook zeker vooraan tijdens de komende 24 uur van Le Mans.

Toyota: gedoodverfde favoriet

Het team van Toyota wist de eerste twee races van seizoen overtuigend te winnen. De 1-2 die het team in Silverstone scoorde liet zien dat het de zaken op orde heeft. Waar de andere teams nog crashten en betrouwbaarheidsproblemen kenden, wisten beide Toyota TS040 Hybrids de finish te halen zonder al te veel drama. De race op Spa-Francorchamps ging het team op een gelijke wijze af.

Voor het begin van het seizoen heeft Toyota de teams van de #7 en de #8 tegen het licht gehouden en ervoor gekozen om Nicolas Lapierre en Stéphane Sarrazin te ruilen. Dit lijkt een gouden combinatie van Sébastien Buemi, Anthony Davidson en Lapierre te hebben opgeleverd. Dit trio wist namelijk de eerste twee wedstrijden overtuigend te winnen.

Net als Porsche heeft Toyota na het zorgvuldig lezen van de regels en een analyse van de verschillende energiehoeveelheden gekozen voor de 6-MegaJoule-optie. Dit houdt in dat de Toyota, zodra het zijn hybridesysteem gebruikt, over een vermogen van duizend ongeremde pk’s beschikt.

Voor het eerst sinds jaren lijkt het erop dat Audi een tegenstander heeft die meer kans maakt op de winst. Waar Audi altijd dichtbij de concurrentie zat en strijd kon leveren, zijn nu de kansen omgekeerd en lijkt Audi de verkeerde keuze gemaakt te hebben. Toyota heeft de voorgaande jaren dan ook nuttig gebruikt om te kijken, te leren en aanpassingen te maken aan hun wagen. Waar de TS030 in 2012 nog overduidelijk fragiele Formule 1-invloeden had, is de TS040 van 2014 een door en door enduranceracer: robuust gebouwd en gemakkelijk te rijden voor álle rijders.

Porsche: langverwachte terugkeer

Porsche is tot nu toe de grote verrassing van 2014. Het team uit Zuffenhausen zat in de debuutrace van de 919 Hybrid in Silverstone qua pure snelheid al dichtbij de Toyota’s en Audi’s. De #20 wist daar een derde plaats te scoren en daarmee voor beide Audi’s te eindigen. Tijdens de race in België wist Porsche ook haar eerste pole position veilg te stellen en de eerste anderhalf uur van de race te leiden, voordat problemen ervoor zorgde dat de #14 terugviel. Het team van Mark Webber, Brandon Hartley en Timo Bernhard was toen achter al wel een aantal keer binnen geweest om verschillende problemen te verhelpen. Ondanks deze problemen liet Porsche Team zien dat het snel is, ook al komt deze snelheid met fragiele eigenschappen.

Het grote onbekende is hoe de Porsche 919 Hybrid zich gaat houden over de duur van een 24-uursrace. Alleen tijdens een race kom je erachter hoe iedereen echt reageert als de druk erop staat. Waar Audi en Toyota de laatste jaren al meerdere van deze races achter de rug hebben, is de laatste 24 uur van Le Mans voor Porsche als fabrieksteam in de hoogste klasse alweer van 1998, toen het met een 911 GT1-98 wist te winnen. Kan Porsche de glorie van weleer doen herleven?

Rebellion: lone privateer

Het Zwitserse Rebellion Racing heeft afscheid genomen van haar vertrouwde  Lola’s en heeft twee zelfontworpen en door Oreca gebouwde R-One-prototypen meegenomen. Het team stond in Silverstone nog aan de start met de Lola-Toyota’s om in Spa-Francorchamps de R-One’s te debuteren.

De eerste race van de R-One ging echter niet geheel zonder problemen: de #13 van Dominik Kraihamer, Andrea Belichi en Fabio Leimer had al snel na de start problemen. De zusterauto van Nicolas Prost, Nick Heidfeld en Mathias Beche ging een stuk beter: het trio kwam als zevende aan de finish. Het ware potentieel van de Rebellion kwam vorige maand nog niet volledig tot uiting doordat men nog druk bezig was met het afstellen van de wagen. De enige LMP1-privateers zullen in Le Mans een stuk dichter achter de andere LMP1’s rijden en bij grote problemen voor de fabrieksinschrijvingen kans maken op een podiumpositie, al is de kans erg klein dat dit ook daadwerkelijk gaat gebeuren.

Fabrieksgeweld

De LMP1-klasse gaat dit jaar zeker voor vuurwerk zorgen. Tijdens de testdag voor de 24 uur van Le Mans zagen we dat Toyota en Audi erg aan elkaar gewaagd zijn, met kort daarachter Porsche. Hoe deze laatste zich gedurende 24 uur houdt is de grote vraag die de race kan beslissen. De wagens van Toyota en Audi zijn doorontwikkelingen van de boliden van vorig jaar. Zij hebben de techniek van de hybridesystemen verder verfijnd en nog betrouwbaarder gemaakt dan de voorgaande jaren. Audi en Toyota zullen waarschijnlijk de twee gangmakers zijn met Porsche als gevaarlijke outsider. Rebellion zal moeite hebben om het fabrieksgeweld enig tegengewicht te bieden, maar mochten er problemen zijn voor de fabriekswagens, dan zal het Zwitserse team daar zijn om hun plaats te vervangen zoals ze in het verleden al vaker hebben gedaan.