De Indianapolis 500 kent dit jaar zes voormalige winnaars met een totaal van acht overwinningen. In aanloop naar de race die op 25 mei plaatsvindt, bespreken we deze kampioenen en evalueren we hun kansen om een 500-overwinning bij te schrijven. In het vierde deel Jacques Villeneuve, de enige winnaar die 505 mijl moest racen om de 500 mijl te winnen.

Villeneuve is zonder twijfel een van de meest tot de verbeelding sprekende namen die de autosport ooit gekend heeft. Gilles maakte in de jaren 70 en 80 furore in Formula Atlantic en de Formule 1 en zijn broer Jacques schreef geschiedenis door als eerste Canadees ooit een IndyCar-race te winnen. Om in de voetsporen van zijn illustere vader en gelijknamige oom te treden, moet Jacques Villeneuve na de dood van zijn vader eerst een groot obstakel nemen: toestemming van zijn moeder krijgen om te mogen racen.

Als beloning voor goed schoolwerk begint de jonge knaap met karten. Al snel wordt duidelijk dat Villeneuve over een enorm groot talent beschikt. Met hulp van oom Jacques racet hij in de jaren die volgen in Canada, Italië en Japan. De echte successen komen pas wanneer Craig Pollock de Canadees in 1993 naar de Toyota Atlantics brengt. Zeven pole positions en vijf overwinningen, maar ook

kostbare fouten, resulteren in de derde plaats in het kampioenschap, achter landgenoten David Empringham en Claude Bourbonnais.

Ondanks het wisselvallige seizoen zien teameigenaar Gerald Forsythe en de grote Canadese tabaksfabrikant Player’s genoeg in de rookie om hem samen met het team de stap omhoog te laten maken. In 1994 debuteren Villeneuve en Forsythe/Green Racing in de CART IndyCar World Series waar de concurrentie sterker is dan de sport ooit gekend heeft. Hoewel Forsythe en Green beiden geen nieuwkomers zijn in IndyCar, verwacht niemand dat de combinatie al in het eerste jaar zal schitteren.

De gezamenlijke kracht van Gerry Forsythe, Barry en diens broer Kim Green en Jacques Villeneuve snoeit de critici al snel de mond: tweede in de Indianapolis 500, een overwinning op Road America en de Rookie of the Year-titel zijn de oogst van hun debuutseizoen. Villeneuve eindigt in ’94 op de zesde plaats in het kampioenschap en laat legendarische namen als Nigel Mansell, Bobby Rahal en Mario Andretti achter zich.

1995 moet daarom het jaar van Villeneuve worden. Forsythe is na afloop van vorig seizoen zijn eigen weg gegaan; Player’s en Villeneuve zijn Team Green trouw gebleven. Na een overwinning in Miami en tweede plaats in Nazareth, begint hij als tweede in het kampioenschap aan de ‘Month of May’.

De hele maand is Villeneuve vooraan te vinden. Zelfs een zware crash op de vrijdag voor pole day kan hem niet van een goede uitgangspositie voor de race weerhouden: de vijfde startpositie wordt in het eerste van twee kwalificatieweekenden veiliggesteld.

Twee weken later grijpt Villeneuve in ronde 36 de leiding. Al vanaf de start probeert hij brandstof te besparen. Dit brengt hem, nu iedereen de pits induikt voor nieuwe banden en brandstof, de eerste plaats. Maar dan komt de pace car op de baan. In de verwarring die ontstaat, passeert hij tot tweemaal toe de pace car in de veronderstelling dat niet hijzelf, maar iemand anders aan de

leiding ligt en de pace car dáárop aan het wachten is. Race control kan niets anders doen dan de gepaste straf opleggen: de Reynard-Ford wordt twee ronden teruggezet.

Niemand gelooft er dan meer in. Niemand, behalve Barry Green. Hij roept zijn manschappen bijeen en bedenkt een plan om terug naar voren te komen. De rest van de dag wordt brandstof bespaard alsof het de laatste druppel in de tank is. Coureurs vallen achter elkaar uit en wanneer André Ribeiro in de 124ste ronde op de baan stilvalt en een neutralisatie veroorzaakt, is Villeneuve weer terug in de ronde van de leiders.

Tien ronden voor het einde, na wéér een ongeluk, gaat de race voor de laatste keer op groen. Scott Goodyear leidt het veld achter de pace car, vóór Villeneuve en Eliseo Salazar. Maar wanneer het veld in de vierde bocht aankomt, houdt Villeneuve in. Goodyear gaat ervandoor… en schiet de pace car voorbij. Wat volgt zijn tien bizarre ronden: USAC deelt Goodyear een straf uit voor het inhalen van de pace car, maar de Canadees weigert en wordt op de tijdwaarneming uit de leiding gezet. De nieuwe leider is Villeneuve, hoewel het Goodyear is die als eerste over de finish komt.

Race control is na de race duidelijk: Villeneuve is de winnaar. Officieel na 500 mijl, officieus na 505 mijl.

Deze spectaculaire overwinning is het zetje in de rug dat Villeneuve nodig heeft om de rest van het seizoen als een ware kampioen af te maken. Hij scoort overwinningen, podia en punten in vrijwel alle races die volgen. Als regerend IndyCar-kampioen maakt hij in 1996 zijn Formule 1-debuut, een jaar later gevolgd door het winnen van het wereldkampioenschap.

Na zijn carrière in de Formule 1 racet Villeneuve nog enkele jaren voor Peugeot Sport met de 908 in de 24 uur van Le Mans, om in 2014 terug te keren in de Indianapolis 500. Een terugkeer die tot voor kort maar weinigen voor mogelijk hadden gehouden, Villeneuve zelf nog het allerminst, getuige de weinig vlijende woorden die hij in het verleden voor de IndyCar Series overhad. Maar de nieuwe formule en de spectaculaire races als gevolg daarvan, hebben de 43-jarige kampioen van gedachten doen veranderen.

Vooralsnog vallen de resultaten tegen, al zijn ze niet dramatisch te noemen. Villeneuve geniet met volle teugen van zijn terugkeer en wil dat aan iedereen laten weten. Journalist Robin Miller grapte vorige week dat de Schmidt Peterson Motorsports-rijder zo enthousiast is omdat het team de rondetijden voor Villeneuve verborgen houdt. Maar waarschijnlijk weet Villeneuve iets wat wij nog niet weten: dat hij een fulltime terug wil keren in de IndyCars.