De Indianapolis 500 kent dit jaar zes voormalige winnaars met een totaal van acht overwinningen. In aanloop naar de race die op 25 mei plaatsvindt, bespreken we deze kampioenen en evalueren we hun kansen om een 500-overwinning bij te schrijven. In het derde deel komt Hélio Castroneves aan bod, de man die nooit opvalt maar wel razendsnel is…vooral in Indianapolis.

Hélio Castroneves mag zich met recht een Indy-expert noemen: drie keer won hij de legendarische 500-mijlsrace en vier keer kwalificeerde de Braziliaan zich naar pole position. Na het vertrek van Dario Franchitti is Castroneves de enige actieve IndyCar-coureur met drie Indy-overwinningen.

Het is nu nog maar moeilijk om het je voor te stellen, maar Castroneves was ooit de tweede keuze van Roger Penske. Greg Moore tekent in het najaar van 1999 een contract om in het nieuwe millennium voor Team Penske te racen. Kort daarop verongelukt de Canadees dodelijk tijdens de seizoensfinale in Fontana. Castroneves krijgt vervolgens alsnog dat door alle coureurs in de paddock

begeerde contract aangeboden.

De nieuwe Penske-rijder heeft er dan pas twee seizoenen opzitten. Zijn beste resultaat is een tweede plaats, in 1998 behaald met Bettenhausen Racing tijdens de Milwaukee 200 en een jaar later geëvenaard op de Gateway International Raceway voor het team van Carl Hogan.

Net als Target Chip Ganassi Racing komt Team Penske in de CART Championship Series uit die Penske in de jaren 70 samen met andere toonaangevende IndyCar-teams heeft opgericht en nog altijd gepassioneerd steunt. En net als Chip Ganassi wil Roger Penske terug naar Indy. Na het debacle in 1995, toen de verdedigend Indy 500-kampioen geen enkele auto wist te kwalificeren voor de Indy 500, heeft het team iets goed te maken.

In mei van 2001 keert Penske terug naar Indy. Na een voorbereidingsrace in Phoenix waarin zowel Castroneves als diens teamgenoot en regerend CART-kampioen Gil de Ferran de finishvlag niet zien, zijn de verwachtingen twee maanden later alles behalve hooggespannen. Hoewel de tijden tijdens de training en kwalificatie niet slecht zijn, komt De Ferran niet verder dan de tweede startrij, twee rijen vóór Castroneves, wie de race vanaf de elfde plek aanvangt.

Kort na het kwalificatieweekend speelt zich een juridische strijd af die de strijd tussen CART en de IRL op de lange termijn zal beslechten: omdat tabakssponsoring in de VS destijds bij wet nog maar in één evenement is toegestaan en CART en de IRL, ondanks administratieve trucjes van de twee organisaties, als tweede verschillende evenementen gelden, moeten de Marlboro-stickers van

de twee Penske’s verwijderd worden. Philip Morris, de drijvende kracht achter de terugkeer van Penske naar Indy, zal later dat jaar eisen dat het team daarom nog enkel in de Indy Racing League uit zal komen zodat de Marlboro-logo’s weer in de 500 te zien zullen zijn, in plaats van de buitenlandse Champ Car-races. Na Penske deserteren in de jaren die volgen meer CART-teams fulltime naar de IRL wat de dood van Champ Car inluidt.

Zondag 27 mei 2001: met nog iets meer dan 100 mijl te gaan staat Castroneves samen met de rest van het veld in de pits. De rode vlag hangt uit terwijl een regenbui overtrekt. Het is het juiste moment om de leiding in handen te hebben, tijdens de finale waarin iedereen naar voren wil. Lang regent het niet en als de zon weer verschijnt en de baan opgedroogd is, zwaait de groene vlag weer over de brickyard met Hélio aan de leiding.

Alleen Robbie Buhl vormt nog een serieuze bedreiging, maar wanneer de Amerikaan onverwachts de muur inschiet, komt de felbegeerde overwinning niet meer in gevaar. Van vreugde springt Castroneves uit zijn Dallara-Oldsmobile, rent richting de tribune en klimt, tot woede van de officials, in de hekken: Spider-Man.

De bezoekende CART-teams vernederen die middag de IRL-trouwe renstallen, maar in de jaren die volgen zullen ze allemaal in de Indy Racing League terug te vinden zijn. Zo ook Penske, dat vanaf 2002 in de dan nog exclusief op ovals racende IndyCar Series uitkomt.

Castroneves heeft tot op heden geen IndyCar-titel gewonnen. Wel is hij altijd een kanshebber voor de dagzege en het kampioenschap, is zelfs al een paar keer héél dichtbij geweest, maar de titel winnen heeft er nog niet ingezeten. Wel wint hij na zijn eerste Indy 500-zege in 2001 een jaar later zijn tweede sweepstake, in 2009 gevolgd door zijn derde, een maand nadat hij door de federale rechter is vrijgesproken voor belastingontduiking en daardoor de eerste maanden van het seizoen heeft moeten missen.

Vorige week kwalificeerde Castroneves zich op de vierde plaats. Eigenlijk hadden we hem op de eerste rij verwacht en ook wel gehoopt dat hij voor zijn vijfde pole position zou kunnen gaan. Tot ieders verbazing zette hij een goede tijd neer zonder echt uit te blinken. Maar het kan verkeren, hij zou zich zondag zomaar tussen het illustere rijtje van viervoudige winnaars kunnen scharen: A.J. Foyt, Al Unser, Rick Mears, en Hélio Castroneves. Geen verkeerd kwartet, toch?