Eerder deze week schreef ik nog een blog over de teloorgang van de Formule 3 Euroseries, maar de huidige teams hebben toch besloten in de raceklasse te blijven. De FIA zal zich met de raceklasse gaan bemoeien met als doel het goedkoper en aantrekkelijker te maken voor jonge coureurs. Ik zal proberen de voor- en nadelen op een rijtje te zetten.

De voordelen van kostenreductie zijn duidelijk. Een goedkopere klasse is aantrekkelijker, zorgt voor grotere startvelden (natuurlijk ook met de mindere goden, maar dat is in de GP3 ook geen probleem) en het kan weer de klasse van weleer worden. Aangezien topteams als Mücke, ART en Prema op de Nürburgring hebben bevestigd in 2011 te zullen blijven, hoeft men ook niet te vrezen voor een stortvloed aan nietszeggende teams.

Er komen meer races, net als in de Britse Formule 3: drie per weekend. Een voordeel is dat men meer ervaring opdoet. De precieze invulling van deze drie races is niet bekend, maar een Brits model (hoofdrace, sprintrace met reversed grid, en een derde race gebaseerd op kwalificatietijden) lijkt mij niet uitgesloten. Het leert coureurs met verschillende omstandigheden om te gaan en om consistent te presteren gedurende een heel weekend.

Een nadeel van reversed grid zal altijd blijven dat iemand op gelukkige wijze de race waarin dat toegepast wordt, zal winnen, maar daar was de afgelopen jaren ook al sprake van in de Euroseries.

DTM-test

Wat de bemoeienis van de FIA exact zal zijn, is nog afwachten. Wel is duidelijk dat er meer testdagen komen voor de coureurs, en dat het dus goedkoper wordt. Bovendien blijft men in het voorprogramma van het DTM-kampioenschap rijden en krijgen de beste Volkswagen- en beste Mercedes-coureur een test bij respectievelijk Audi en Mercedes.

Ik zie dat niet zo zitten. Coureurs gaan de Formule 3 in, met als doel in de Formule 1 te komen. Om dat dan te belonen met een DTM-test, lijkt mij niet de juiste keuze. Mercedes heeft een Formule 1-team, spreek dan gewoon af, ook met Volkswagen, dat de kampioen van de Euroseries een testdag krijgt bij de rookiedagen in december.

Daar heeft een coureur veel meer aan en het maakt de klasse ook aantrekkelijker voor coureurs, die weten dat ze voor iets strijden waar ze hun hele leven al mee bezig zijn. Coureurs als Jamie Green en Paul di Resta, twee voormalig kampioenen in de Euroseries, hebben duidelijk gemaakt dat een coureur die eenmaal DTM rijdt, erg moeilijk weer in beeld komt bij de Formule 1.

Green is sowieso niet in beeld, terwijl Di Resta moet afwachten wat de plannen van Force India, waar hij testcoureur is, met hem zijn. Dit jaar niet meegerekend, heeft hij drie jaar in het DTM doorgebracht voor hij een Formule 1-contract kreeg. Mocht hij volgend jaar alsnog zijn debuut maken, heeft hij vier jaar niet in een single seater geracet. Dat is een lange periode, vraag maar aan Michael Schumacher. Of Christijan Albers, want die heeft het zelf ook meegemaakt.

Toekomst rooskleurig?

Nu is de vraag, ziet de toekomst er daadwerkelijk rooskleurig uit voor de Formule 3 Euroseries? Zo op het eerste oog: nee. Er zijn wel plannen, maar die hebben alleen betrekking op het format van de klasse. Men maakt, op de kosten na, niet duidelijk hoe men nieuwe teams wil trekken. Want alle plannen die worden gemaakt zijn leuk voor de coureurs, maar waarom zou ik als teambaas de Euroseries in willen stappen?

Laat men daar eerst over nadenken.