Er zijn mensen die de teamorders van Ferrari van afgelopen weekend verdedigen. Dat is natuurlijk hun goed recht. Wie de opvatting over de sport heeft, dat teamorders een wezenlijk onderdeel van die sport zijn, zal teamorders dan ook verdedigen. Een veelgehoord argument van zulke mensen is dat het vreemd is dat er de afgelopen jaren genoeg teamorders zijn geweest waar geen commotie over kwam en dat men nu niet moet zeuren. Maar zo simpel ligt het niet.

Brazilië 2007 en China 2008 zijn twee races waarin de raceuitslag daadwerkelijk is beïnvloed door hulp te bieden aan een teamgenoot. Beide keren was Ferrari erbij betrokken. In Brazilië liet Felipe Massa, die zijn thuisrace leek te gaan winnen, teamgenoot Kimi Räikkönen voorbij. Resultaat: de Fin kampioen, zonder hulp van Massa was dit niet gelukt. Een jaar later waren de rollen omgedraaid: Räikkönen deed niet meer mee om de titel, zijn teamgenoot wel, en hij gaf hem zo extra punten met het oog op de finale in Brazilië, waar Lewis Hamilton de titel in de laatste bocht veiligstelde.

Men ziet hierbij een duidelijk verschil met de Grand Prix van Hockenheim: Massa en Räikkönen waren toen zij hulp boden aan hun teamgenoot mathematisch daadwerkelijk uitgeschakeld in de titelstrijd. Bovendien vond de teamorder (hoewel er van order nauwelijks sprake was) plaats in de eindfase van het kampioenschap, waarin het nut ervan duidelijk was.

Niemand klaagde erover, en terecht. Er zijn ook genoeg voorbeelden die minder met de titelstrijd te maken hebben, maar waarbij een duidelijk snellere coureur achter zijn teamgenoot vastzat. Een goed voorbeeld is Duitsland 2008, bij McLaren. Na de tweede en laatste serie pitstops reed Lewis Hamilton op de vierde plaats, achter teamgenoot Heikki Kovalainen. Het verschil in snelheid was echter zo groot, dat de Fin Hamilton zonder problemen voorbij liet. Iets wat Felipe Massa overigens ook gewoon deed, en dat was toch echt geen teamgenoot van Hamilton.

De order was misschien niet daadwerkelijk gegeven, net als afgelopen weekend in Duitsland, maar de hulp aan de teamgenoot was wel duidelijk geboden. Het verschil met afgelopen weekend was echter dat het tempoverschil tussen de twee zelfs voor Stevie Wonder en Ray Charles te zien was. Hamilton bewees dat door de race nog te winnen, terwijl Kovalainen ‘gewoon’ vierde werd.

Bij Massa en Alonso was dit verschil er niet. Sterker nog, nadat de Braziliaan was ingehaald, reed hij nog enkele keren de snelste ronde, wat aangeeft dat hij zijn teamgenoot prima bij kon houden en het verschil tussen de twee, als dat er al was, miniem was.

Natuurlijk, als de regels zwart-wit bekeken worden, had McLaren in 2008 straf verdiend, en zo zijn er voor elk topteam sinds 2003 wel genoeg voorbeelden te vinden waarbij strikt genomen teamorders zijn uitgevaardigd. Maar keer op keer hadden die te maken met een duidelijk tempoverschil tussen twee teamgenoten, of een duidelijke titelstrijd.

Hockenheim 2010 had dat niet. En dat is het grote verschil tussen al die ‘teamorders’ waar geen commotie over is geweest en afgelopen weekend.

Fans willen mooie races en strijd zien. Ironisch genoeg kreeg men dat in Duitsland 2008, juist omdat Kovalainen zijn teamgenoot niet in de weg zat, want Hamilton kon zich zo naar voren vechten. Hoe vaak komt het voor dat iemand in de eindfase van drie naar een gaat en wint, puur en alleen omdat hij sneller is dan de concurrentie?

Laten we dan ook afspreken dat zulke momenten gedoogd worden, net als teamorders in een daadwerkelijk titelstrijd, zoals Ferrari die heeft toegepast in 2007 en 2008. Dat is wat Ferrari weigert in te zien: wanneer men het heeft over tegen teamorders zijn, heeft men het (ik tenminste) over onnodige teamorders, die niets met een maximalisatie van het resultaat te maken hebben. Rubens Barrichello was in 2002 in Oostenrijk het hele weekend Schumacher de baas, Massa was in Duitsland Alonso in de race de baas.

En het smoesje van ‘ja maar, Schumacher brak zijn been in 1999, dus er moeten veel punten gescoord worden’ slaat helemaal nergens op. Indien Eddie Irvine in die eerste races van 1999 zijn eigen gang had mogen gaan, was de titel wellicht niet naar Mika Hakkinen gegaan. Over 1999 gesproken: er was ook geen commotie over dat Mika Salo de Ier voorbij liet.Juist omdat het weer zo’n typisch geval was van betrokken zijn in de titelstrijd.

Zeg dus nooit weer, dat Oostenrijk 2002 en Hockenheim 2010 te vergelijken zijn met andere teamorders.