KV Racing Technology kent een rumoerig seizoen in 2010. Regelmatig is het team vooraan te vinden, maar net zo vaak rijdt een van hun drie coureurs een wagen plat. Is het slechts een moeilijke fase waar het team in zit, of nemen de coureurs teveel risico in een auto die toch niet zo snel is als dat deze lijkt?

Het zag er afgelopen winter allemaal nog zo mooi uit voor KV Racing: twee talentvolle coureurs werden binnengehaald, Lotus werd niet alleen sponsor van het team maar gaf zelfs technische ondersteuning, topingenieur Bill Pappas kwam het team versterken en het aantal raceauto’s werd verdrievoudigd.

Brokkenpiloot?

E.J. Viso was de eerste coureur die dit jaar bij het team van Kevin Kalkhoven en Jimmy Vasser tekende. De Venezolaan reed de afgelopen twee jaar bij HVM Racing en was op een gegeven moment zelfs een kanshebber om voor Hélio Castroneves bij Team Penske in te vallen. Een doorlopend contract met het team van Keith Wiggins hield dit echter tegen.

Voordat Viso in de IZOD IndyCar Series terecht kwam, reed hij GP2 Series. En wie herinnert zich niet die horreuze crash tijdens de race op Magny-Course? Maar bijzonder vaak crashte Viso niet. Vorige week was Viso de laatste KV Racing-coureur die een auto sloopte toen hij op zaterdag in Watkins Glen loeihard in de Esses de muur tweemaal indook.

Viso staat niet bepaald bekend als een brokkenpiloot. Hij crasht misschien wat vaker dan de meeste andere coureurs, maar niet veel vaker. Bovendien worden die crashes afgewisseld met regelmatige mooie prestaties. De voormalig Spyker F1-testrijder is nog steeds een van de grootste talenten van de IndyCar Series.

Japanse furie

Zijn Japanse teamgenoot Takuma Sato kende een moeizaam debuut in de Formule 1. Hij maakte nog vaak fouten en cynici schilderde hem al af als de zoveelste kamikazepiloot. Maar hij sloeg terug: twee enorm sterke jaren bij het zwakke Super Aguri deed de kritiek verstommen, maar halverwege het derde seizoen bij het Japanse team sloot het de deuren en stond de ster van Japan op straat.

De Japanner kwam uiteindelijk bij KV Racing terecht en zorgde tijdens zijn allereerste IndyCar-race direct al voor de nodige schade. Bij hemzelf viel het nog wel redelijk mee, maar door de kettingreactie parkeerde teamgenoot Mario Moraes zijn Dallara bovenop het hoofd van Marco Andretti.

In de daaropvolgende races sloopte Sato nog een aantal keer zijn wagen, maar geen enkele keer was dit door zijn eigen fout: in St. Petersburg negeerde het team zijn verzoek om banden te wisselen en schoof hij als gevolg van versleten banden in de muur, in de daaropvolgende races waren het regelmatig crashes van andere coureurs waar hij in verzeild raakte en in Texas was een mechanisch defect de oorzaak van zijn harde ontmoeting met de SAFER barrier.

Voorafgaand aan het seizoen werd Sato gezien als de kanshebber bij uitstek voor de Rookie of the Year Award. En eerlijkheid gebiedt te zeggen dat zijn prestaties op de baan inderdaad meer dan indrukwekkend genoeg zijn om hem die titel toe te bedelen. Maar waar het uiteindelijk om gaat zijn finishen; en met nog geen finishpositie beter dan vijftiende verdient hij dat ook niet.

Moraes

Moraes heeft talent, daar twijfelt niemand aan. Hij heeft ook geld, daar is hij de IndyCar Series mee ingekomen. Met dat geld heeft hij vlak voor de seizoensopener zijn contractverlenging gekocht en direct een auto gesloopt dankzij zijn Japanse teamgenoot. En net als Sato parkeerde ook Moraes zijn bolide in St. Petersburg in de muur, maar ook in het geval van de Braziliaan was dit buiten zijn schuld om: een kapotte achterwielophanging van Dan Wheldon lanceerde de Brit op hoge snelheid tegen de wagen van Moraes aan. In Texas botste hij met Hélio Castroneves en in Iowa werd hij geschept door de glijdende bolide van Justin Wilson.

Zwarte Zaterdag

Maar het echte dieptepunt was nog niet eens de grote hoeveelheid crashes in de races: die kwam tijdens Pole Day voor de Indianapolis 500. Alledrie de coureurs verloren tijdens de eerste kwalificatiedag op zaterdag de controle over hun auto en plantten hun wagen in de muur. Na een nacht hard werken kwalificeerden de drie vaste rijders zich, maar gelegenheidsrijder Paul Tracy kon naar huis.

Het is opvallend hoe vaak een KV Racing-coureur wel niet bij een crash betrokken is. Dit lijkt simpelweg door domme pech te komen want zelfs wanneer zij vooraan rijden – denk aan Sato in Kansas – raken ze betrokken bij crashes. Maar wat al deze drie coureurs gemeen hebben is de gretigheid die ze tentoonspreiden tijdens de races. Allen hebben ze nog nooit een IndyCar-race gewonnen, staan ze bekend als (grote) talenten, maar is die echte doorbraak nog steeds niet gekomen.

Crashes kunnen gebeuren en kosten geld. Voor een klein team zouden de in totaal zeventien crashes dit seizoen de doodsteek zijn, maar KV Racing heeft in Kalkhoven een kapitaalkrachtige mede-eigenaar. Het team kan de extra kosten dus opvangen waardoor het geen groot probleem is.

Vijf bolides

Maar er zijn vijf chassis in negen races afgeschreven. Een belachelijk hoog aantal, zelfs voor een team met drie auto’s. Hoe lang kan KV Racing zich dit nog veroorloven? Moet het team binnenkort uit geld- of autogebrek een coureur dumpen? Want met nog anderhalf jaar voor de boeg met de huidige Dallara IndyCar is het het geld niet meer waard nog veel te investeren in nieuwe chassis’.

De oplossing ligt misschien wel aan het aantrekken van een ervaren coureur om de drie ‘jonge’ honden bij te staan. Tracy is een enorm ervaren coureur, net als Sato. Maar beiden hebben maar beperkte ervaring met de huidige bolide, die behoorlijk andere karakteristieken heeft dan een ChampCar en Formule 1-auto. Bovendien moet die ervaren coureur een sponsor meenemen en alle coureurs die aan de criteria ‘ervaren’ en ‘met sponsorgeld’ voldoen, zijn al van een stoeltje voorzien.

Komend weekend staat Toronto op het programma. Tracy is er dan weer bij dus rijden er vier KV Racing-auto’s rond. Houden ze het dit weekend voor de verandering wel heel?