Dario Franchitti heeft editie 94 van de Indianapolis 500 gewonnen. De Schot domineerde de race, die getekend werd door crashes, en een bizarre finale kende. Dan Wheldon werd voor het tweede jaar op rij tweede, terwijl Marco Andretti na afloop van de race teruggezet werd naar de derde plaats, nadat hij in de laatste ronde onder geel werd ingehaald.

Bump Day-drama

De kwalificatie een week eerder kende een verrassend verloop: Andretti Autosport had al de grootste moeite om hun vijf coureurs in de top vierentwintig gekwalificeerd te krijgen toen Tony Kanaan het al helemaal spannend maakte voor zijn team; hij sloopte in nog geen vierentwintig uur tijd twee auto’s.

Kanaan moest op Bump Day alle zeilen bijzetten om de race te halen, wat hem uiteindelijk lukte. Samen met Takuma Sato en Sebastian Saavedra, mocht de Braziliaan de laatste startrij bezetten. Saavedra, wie zijn debuut maakte met het vorig jaar opgerichte Bryan Herta Autosport, kwam er pas in Methodist Hospital achter dat de race gehaald had: de Colombiaan crashte zijn auto in een poging een snellere tijd neer te zetten. Terwijl hij in het ziekenhuis onderzocht werd, trokken Jay Howard en Paul Tracy hun tijd in om zo een nog snellere tijd neer te zetten – en zeker te zijn van kwalificatie – maar door de hogere luchttemperatuur gingen zij juist langzamer, waardoor Saavedra terug in het veld kwam.

Het afvallen van Jaques Lazier, Paul Tracy, Milka Duno, en Jay Howard, is vooral een testament van het sterke veld dat de IZOD IndyCar Series dit jaar kent; alle drieëndertig deelnemers hebben hard voor hun startbewijs moeten vechten.

Crashes en hitte

De 2007 Indy 500-overwinning van Franchitti kwam tot stand door een fikse regenbui in ronde 166, waarna de race niet meer hervat werd en de latere IndyCar-kampioen tot winnaar uit werd geroepen. Die dreiging bestond ook dit jaar weer, maar in tegenstelling tot 2007 was het nu snikheet. De hete zon op het asfalt zorgde voor een temperatuur van maar liefst 55 graden Celsius op de Brickyard – iets wat direct invloed had op het raceverloop.

In de eerste ronde was het al raak: nadat Jack Nicholson de groene vlag zwaaide – en de volgende tweeëndertig ronden zich op de flag stand wist te vermaken – kwam Tomas Scheckter, zoals hij dat regelmatig doet, bij de start aan een groot aantal coureurs langszij, en reed hij bij het uitkomen van Turn 2 aan de buitenkant naast Davey Hamilton. De Amerikaan probeerde een botsing te voorkomen, maar verdween vervolgens linksaf in de SAFER barrier.

Tomas Scheckter thinks he can lead the first lap, you know,” beklaagde Hamilton. “He’s an idiot. And he does it all the time. He just came out of nowhere, and we have no spotters in Turn 2. We were just coming up the racetrack and there he was, and I just went to avoid him and we got caught up.”

Teammede-eigenaar Gil de Ferran zag ook vaste coureur Raphael Matos hard in aanraking komen met de muur. De de Ferran Dragon Racing-rijder belandde echter zonder hulp van een collega in de muur, na een ijzersterke race te hebben gereden die hem hoop deed geven op een derde plaats. De teleurstelling van twee halve auto’s zal extra groot zijn bij Hamilton, aangezien hij de race op de Texas Motor Speedway – de baan waar hij in 2001 zwaar letsel aan zijn voeten opliep en zich dit jaar daarvoor wilde revancheren – aankomend weekend zal moeten missen: het team heeft niet genoeg reservemateriaal om voor de race van zaterdagavond twee bolides opnieuw op te bouwen.

Kort na de crash van Hamilton was het de beurt aan Bruno Junqueira om zijn auto in de muur te parkeren. De Braziliaan zat gedurende de maand in onzekerheid over zijn deelname toen het erg lang duurde voordat zijn sponsoring rond kwam, maar eenmaal in de tweede auto van FAZZT Race Team vloog ‘Junky’. De polesitter van 2002 wist niet waarom hij crashte, maar zijn race strategist voor de

race, voormalig Indy- en ChampCar-teameigenaar Derrick Walker, heeft wel een vermoeden: “Just looking at what has happened in the other incidents today the track conditions were pretty slick out there so that appears to be what might have happened,” verklaarde hij. De gladde baan was het gevolg van een gebrek aan rubber op de baan van de trainingen – weggespoeld door de regen die in de week voorafgaand aan de race was gevallen – en de hoge baantemperatuur.

Hamilton, Matos en Junqueira waren niet de enige slachtoffers van het gladde wegdek: ook John Andretti, Ryan Briscoe en Saavedra kwamen hard met de muur in aanraking, terwijl Mario Moraes, E.J. Viso en Vitor Meira licht de muur schampten, maar hard genoeg om hun dag te beëindigen.

Penske faalt

Een levengevaarlijk moment ontstond in de zevenendertigste ronde, toen Will Power er met de tankslang vandoor ging na een pitstop. De Australiër reed tot dat moment een uitstekende race, en nam vlak voor het incident zelfs kortstondig de leiding van Franchitti, wie in de eerste ronde polesitter Hélio Castroneves voorbij ging, over.

In plaats van dat de Verizon Team Penske-crew hun coureur direct terug naar binnen riep, lieten ze Power enkele ronden over de Speedway rijden, terwijl metalen onderdelen van de tankslang vlogen, in een poging een neutralisatie te forceren. Deze kwam uiteindelijk, maar voor een verloren zijspiegel van Bertrand Baguette. De wedstrijdleiding gaf Power een ronde daarvoor de zwarte vlag; een teken dat hij zijn pitbox op moest zoeken voor reparatie en een drive through penalty moest ondergaan.

Het was typerend voor de slechte dag van het team, dat Briscoe met koude banden zijn Dallara in de muur zag planten en daarmee zijn stoeltje bij het team in gevaar heeft gebracht, Power tot tweemaal toe een mislukte pitstop zag maken, en moest toezien hoe Castroneves, voorafgaand aan de race de grote favoriet voor de Indy 500-titel, zijn auto liet afslaan in de pits.

As a team, we just made too many mistakes today,” somde Power, wie nog steeds de leiding in het IndyCar-kampioenschap in handen heeft, de middag van Team Penske samen. “We had our first stop go wrong. I went long, and then we had a wheel problem in another stop. You can’t win this race when you keep dropping to the back.”

Tony Kanaan

Ieder jaar weer is Tony Kanaan een van de grote favorieten voor de overwinning, en ieder jaar weer zit het hem niet mee. Dit jaar leek het de Braziliaan wel mee te zitten na zijn moeizame kwalificatie. Nooit eerder had een coureur vanaf de laatste startpositie de race gewonnen, maar Kanaan leek geschiedenis te kunnen gaan schrijven, toen hij in de eindfase vlak achter Franchitti reed. Maar het mocht weer niet zo zijn: “We took a gamble on fuel,” zei de Andretti Autosport-coureur. “I’m not a big fan of fuel strategy races, but they can work both ways. This time it didn’t work for us.”

Dreyer & Reinbold Racing aan de leiding

Onbedoeld zorgde rookie Saavedra voor een bizarre finale: door zijn crash in de eenenzestigste ronde ontstond een situatie waarin coureurs die tijdens de neutralisatie voor de crash van Briscoe een pitstop gemaakt hadden, naar voren doorschoven en de leiding overnamen.

Zo reden Dreyer & Reinbold Racing-rijders Mike Conway en Justin Wilson, Castroneves en Graham Rahal, voor Franchitti uit. Twaalf ronden na de herstart, in ronde 178, dook Conway naar binnen voor een korte ‘splash and dash’ om zijn auto genoeg ethanol mee te geven om de finish te halen. Teamgenoot Wilson nam de leiding over, waarmee hij de tweehonderdste coureur ooit werd die aan de leiding van de Indy 500 heeft gereden, en hield deze vast totdat ook hij en Castroneves kort voor het einde een laatste stop moesten maken.

Climax

Acht ronden voor het einde ontstond door crash van Saavedra de spannendste finale sinds de Indy 500 van 2006. Terwijl de kop van het veld steeds langzamere rondentijden begon te klokken om maar genoeg brandstof over te houden om de finish te halen, konden Conway, Castroneves, Kanaan, Wilson en Rahal voluit racen en coureurs inhalen wie voor het laatst tijdens de neutralisatie voor Saavedra’s crash hadden gepit.

De race kwam tot een schokkende climax toen Conway op volle snelheid op een plotseling langzaam rijdende Ryan Hunter-Reay klapte en de hekken invloog. De auto van de Brit werd daarbij opengereten en doormidden gebroken. Wonderwel hield Conway er niet meer dan een gebroken been, snijwonden, en een gebroken rug aan over: in 2003 ondervond Kenny Bräck aan den lijven wat voor desastreuze gevolgen een soortgelijke crash kan hebben. Conway zal de komende drie maanden niet kunnen racen.

Ook Hunter-Reay stapte met een blessure uit zijn auto, maar de verstuiking van zijn duim had niets met de botsing met Conway te maken: “It actually happened during the pit lane incident with Dixon,” legt de Amerikaan uit.

He cleared out into me and I tore all the ligaments [in my thumb]. A couple laps later, it was hurting. But, then I went to push a button on my steering wheel and the thumb bent back to me. That’s a problem.” Het nadeel van een gebrek aan stuurbekrachtiging in de IndyCars.

De oorzaak van het ongeluk, waarbij ook twee toeschouwers lichtgewond raakten, is terug te leiden naar de ethanoltank van Hunter-Reay: die was leeg, waardoor hij – vanwege de grote vleugels op formule-auto’s – in rap tempo snelheid verminderde; iets waar Conway niet op had gerekend, en hij ook geen rekening mee had kunnen houden.

Twee keer Franchitti

In de chaos van de laatste ronde, waarin Marco Andretti onder geel door Alex Lloyd, Dixon en Danica Patrick onreglementair ingehaald werd, hield Franchitti de leiding vast, om Schotland de derde Indy 500-titel te schenken – Jim Clark ging hem exact 45 jaar geleden voor.

It was all looking good right up until that whole yellow,” vertelde Franchitti over de slotfase. “Then we had to save fuel. Were we saving enough? Was Tony going to catch us? Turned out he wasn’t. Turns out we had plenty of fuel because of the slow down lap. Came in to pit lane, did some burnouts, still had some fuel in it. There was enough. Wasn’t good for your heart, was it, Chip?

De Schotse Amerikaan van Italiaanse afkomst, heeft zich met zijn overwinning in een gezelschap van zestien andere meervoudige winnaars genesteld, een prestatie die tot de verbeelding van de winnaar spreekt: “They showed me a list of two time winners, those guys are legends,” realiseert hij zich. “I said the other night, I’m just a driver, those guys are legends. I’m so lucky to be drive for Chip and Team Target, getting in good cars, especially having gone away after we won in ’07. To be invited back was pretty cool. To have won a championship and an Indy 500, I didn’t expect any of this. I said before, I expected to be retired by the time I was 35. This is all bonus and it’s pretty cool.”

“Everyone goes to Milwaukee after Indianapolis”

Sinds 1947 is de Milwaukee Mile de volgende stop op de IndyCar-kalender, een week na de ‘500’. Of, zoals Robert Wagner in de IndyCar-film Winning zei: “Everyone goes to Milwaukee after Indianapolis.” Zelfs ten tijde van de CART-IRL-split reden de ChampCars het weekend na de door hen veelal geboycotte race, op de Milwaukee Mile. Dit jaar is de Mile er helaas niet bij, omdat de vorige promotor van de baan de financiële verplichtingen niet nakwam. In 2011 promoot de Indy Racing League mogelijk zelf de race, maar tot die tijd zal de Texas Motor Speedway de honneurs waarnemen.

Power leidt nog steeds in het kampioenschap, maar Franchitti is dankzij zijn overwinning tot op elf punten genaderd. Voor Hunter-Reay kan de Firestone 550 zijn laatste race van het seizoen worden, mocht Andretti Autosport niet genoeg sponsorgeld bijeengevonden hebben om hem langer in de nummber 37-auto te houden. Zijn crash in de Indy 500 zal daar niet bij geholpen hebben.

Uitslag[table id=171 /][1] Eén plaats teruggezet vanwege inhalen onder geel
** twee bonuspunten voor meeste ronden aan de leiding
N.b.: Punten inclusief bonuspunten voor kwalificatie