De kwalificatie voor de Grand Prix van Australië vandaag, had meer weg van een gemiddelde maandagochtend op de A325, dan een daadwerkelijke kwalificatie voor een autorace. Veel coureurs klaagden over dat ze opgehouden werden door langzamere deelnemers die op weg uit of naar de pits waren, terwijl zij zelf in een snelle ronde zaten. Een hoop geklaag, maar oplossingen worden niet gegeven.

De laatste vijf, zes jaar, is het geklaag over langzamere deelnemers steeds meer toegenomen. Steeds vaker komt het voor dat een coureur met een matige startpositie flink tekeer gaat over een collega die met andere dingen bezig was dan het in de spiegels kijken tijdens zijn ronde uit of naar de pits.

Vandaag was erg duidelijk te zien hoe langzamere coureurs in de weg reden. Met name in de laatste sector, waar het circuit vrij smal is, reden zij deelnemers die in hun snelle ronde zaten, in de weg.

There was so much traffic – it was just impossible,” zei Tonio Liuzzi na afloop van de kwalificatie. “Pretty much every lap I had some problem, particularly with the Williams of Hulkenberg and the Sauber of de la Rosa who don’t seem to be able to use their rear view mirrors. In all the sessions, on all of my runs, I struggled to finish a proper lap. I had green on the first two sectors but then got held up in the last sector, sometimes in the last corner. […] I think we need to find a solution to this as there are so many cars and too many different speeds. If it’s like this here, I don’t know what it will be like in Monte Carlo, which is even tighter.

Daar heeft Liuzzi een goed punt: met zoveel auto’s met zo’n groot verschil in snelheid, gaat de kwalificatie in Monaco absoluut een drama worden – zowel op als naast de baan. Maar hoe deed men dat vroeger dan, toen er zelfs meer dan vierentwintig auto’s aan de kwalificatie meededen?

Toen de Formule 1 op het hoogtepunt was qua aantal deelnemers, waren er voorkwalificaties. In de jaren ’80 en ’90 waren er regelmatig Grands Prix met meer dan dertig inschrijvingen. Met soms zelfs negenendertig inschrijvingen, was het niet mogelijk iedereen in een uur hun rondjes af te laten werken en simpelweg de snelste zesentwintig een startplaats toe te wijzen. Daarom moesten coureurs zich eerst in de voorkwalificatie bewijzen. Deelname aan de voorkwalificatie was afhankelijk van de prestaties van teams over de afgelopen zes maanden. Nieuwe teams moesten sowieso meedoen. De snelste vier coureurs van de voorkwalificatie gingen door naar de kwalificatie voor de race, waar een totaal van dertig coureurs aan meededen en vier afvielen.

Toch deden er dus maar liefst dertig auto’s mee aan de kwalificatie, zes meer dan in 2010. Het verschil met vroeger zit hem voornamelijk in het ontwerp van de auto’s. De hedendaagse Formule 1-auto veroorzaakt een gigantische stroom van turbulente lucht achter de auto. Hoeveel een coureur dus ook aan de kant gaat, een snellere auto zal altijd beïnvloed worden door de voorste auto. Vandaag, op de smalle baan in Albert Park, was dat effect waarschijnlijk beter merkbaar voor de coureurs dan op het vliegveld dat Bahrain International Circuit heet.

Een ander systeem dat veel raceklassen gebruiken met veel deelnemers, is het kwalificeren in groepen. Zo heeft de IZOD IndyCar Series bijvoorbeeld het Formule 1-kwalificatiesysteem overgenomen op de road- en streetcourses, zij het in een iets andere vorm, met een finale van zes, in plaats van tien rijders. Het grootste verschil is echter het eerste deel. Voorafgaand aan de kwalificatie vindt er een loting plaats, waarbij het veld in twee groepen wordt verdeeld. De snelste zes coureurs van iedere groep gaan door naar het tweede deel. De twee groepen worden daar samen gevoegd: de afgevallen coureurs uit beide groepen worden om en om een startpositie toebedeeld; de twaalf overgebleven coureurs gaan gezamenlijk op jacht naar een plaats in de Firestone Fast Six, waar om de pole position gestreden wordt. Dit systeem werkt voor een serie met velden van vierentwintig – en regelmatig zelfs meer – coureurs, erg goed, met zelden geklaag van coureurs die beweren te zijn opgehouden door iemand.

Een voorkwalificatie is voor de Formule 1 geen optie, maar het kwalificeren in groepen is dat nog steeds wel. Door  het veld voor de eerste sessie in twee groepen in te delen, wordt de kans om opgehouden te worden al een stuk kleiner. Als de sessies dan ook ingekort worden, kan het programma nog steeds in een uur tijd afgewerkt worden.

Niemand heeft er baat bij als coureurs tijdens de kwalificatie niet kunnen laten zien wat ze kunnen. Het zou de Formule 1 goed doen om te zoeken naar een oplossing om dit te voorkomen – naast het verminderen van de turbulentie achter een auto. Ondertussen kunnen ook de coureurs zelf ook een steentje bijdragen: ophouden met zeuren in de media, en niet tot het laatste moment wachten met een neerzetten van een snelle tijd.