Rally is een van de zwaarste, maar puurste vormen van autosport. ‘Wie snel is in een rallywagen, is een goede coureur’, wordt vaak gezegd, en heeft men doorgaans bewondering voor zo’n coureur. Zo ook voor Michele Mouton, de eerste vrouw die een World Rally Championship-rally wist te winnen. Gastschrijver Sphinx vertelt het verhaal van de dame die in 1982 eigenlijk wereldkampioen had moeten worden, maar het geluk niet aan haar zijde had.

Eigenlijk wilde ze helemaal geen coureur worden. Voor Michele Mouton betekende een auto onafhankelijkheid, een manier om van a naar b te komen, maar meer niet. Totdat Jean Taibi, een vriend van haar die toevallig rallycoureur was, een keer klaagde dat hij zo’n slechte copiloot had en juist nu naar Corsica moest voor de Tour de Corse. Mouton ging uiteindelijk niet mee, maar in 1973 vroeg hij haar na een paar goed verlopen testritten als copilote mee te gaan naar de Rally van Monte Carlo. Hun Peugeot haalde helaas de finish niet, maar Mouton bleek het rallyvirus al snel te pakken te hebben.

Haar vader spoorde Michele aan om zelf te gaan rijden. ,,Hij zag al vlug dat ik er lol in had, dus gaf hij me één jaar de tijd. ,,Als je goed genoeg bent dan komen de resultaten wel,”  zei hij. Moutons vader kocht haar een Group 3 Alpine A110, en al gauw bleek Michele echt een talent te zijn. Ze won een aantal keren in de Franse en Europese Group 3 klasse, al vroegen haar mannelijke collega’s zich af of het misschien meer aan de auto lag dan aan de dame achter het stuur. Controles bewezen echter altijd het tegendeel.

Het Franse olieconcern ELF besloot Mouton een sponsorcontract aan te bieden, wat haar ook een uitstapje naar Le Mans opleverde met een vrouwenteam dat met een Moynet Simca enigszins verrassend de tweeliterklasse won. De teamleiding zag met verbazing hoe Mouton niet alleen met gemak dubbele stints afwerkte – eigenlijk wilden ze dat de dames elkaar na twee uur afwisselden – maar ook in felle regenbuien, op slicks alles in haar klasse voorbijreed!

Het volgende jaar kreeg Mouton een aanbieding van Fiat om een 131 Abarth te besturen in de Franse rallies, en af en toe reed ze ook voor zusterbedrijf Lancia in een Stratos. Door haar consistente manier van rijden, scoorde ze veel punten en een aantal podiumplaatsen, maar Mouton was niet zo tevreden over haar gereedschap: ,,Die Fiat was verschrikkelijk, net een tank. Ik vond de Lancia beter, maar Fiat wilde per sé die Abarth succesvol maken.

En toen kwam er aan het eind van 1979 een telefoontje uit Ingolstadt. Audi Sport wilde eens met Mouton praten over een nieuwe rallywagen: de Audi Quattro.

Het Monster van Ingolstadt

,,Ik wist totaal niet waar ze het over hadden. Een nieuwe auto, revolutie, four wheel drive. Ik sprak in die tijd nauwelijks Engels dus ik dacht ‘ja dat zal wel’.” Maar al gauw kwam Mouton erachter dat ze iets heel speciaals kon verwachten. En dat de Ur-Quattro totaal niet met haar Fiat te vergelijken was.

Audi had besloten dat er een compleet damesteam aan de start moest komen, maar Michele was niet tevreden over haar copilote vanwege de taalbarrière. Een journalist attendeerde haar op Fabrizia Pons, een Italiaanse die zowel als coureur als copilote aardig uit de voeten kon, en zelfs Frans sprak. Het frappante is dat beide dames eigenlijk elkaars job hebben overgenomen; Mouton begon als copilote maar bleek het sturen leuker te vinden terwijl Pons een zeer goede indruk als stuurvrouw achterliet, maar als copilote nog veel beter was.

De auto bleek een behoorlijke verandering. Gewend als Mouton was aan de achterwielaangedreven Fiat, kreeg ze in de vierwielaangedreven Audi met zijn zware motorblok voorin, enorm veel last met onderstuur. Haar teamgenoot Hannu Mikkola leerde haar vervolgens left-foot braking en hielp veel met de setup van de Quattro, aangezien de taal nog steeds een barriére was voor Mouton.

Af en toe luisterde Mouton wel eens iets te goed naar Mikkola’s advies, zoals die keer in Finland, toen de Audi door oververhitting in brand vloog en Mikkola doodleuk opmerkte dat ze dan maar een meer in moest rijden, wat Mouton prompt deed. De buitenwacht pikte dat verhaal al snel op, waardoor men toch met een scheef oog naar deze jongedame keek. De spot veranderde in respect toen ze ook echt een aardig potje bleek te kunnen sturen. Een journalist die tijdens de Swedish Rally een stukje met Mouton meereed, maakte een opmerking over de goede winterbanden, waarop Mouton stopte en wees: de auto stond op gewone gravelbanden zonder spikes of studs! ,,Ik wist dat ze me vooral voor de publiciteit hadden aangenomen, maar als je dan echt snel gaat, helpt dat wel ja!

De Quattro’s bleken al gauw heel snel, maar ook onbetrouwbaar. In de Monte Carlo Rally van 1981 viel Mouton uit, nog voor er een meter gereden was, door water in de benzine. Ook wilden de organisatoren niet altijd meewerken: tijdens de Acropolis-rally werden alle Quattro’s gediskwalificeerd wegens onreglementaire koplampen – de eerste versie had vier koplampen, volgens de organisatie twee teveel. De aanstelling van Roland Gumpert als teamchef bleek echter een positieve uitwerking te hebben.

In San Remo traden Mouton en Pons met een Quattro A2 aan, en gingen een hard gevecht met Ari Vatanenin in zijn Ford, Walther Röhrl in de Porsche, en de Sunbeam Talbots van Guy Frequelin en Henri Toivonen aan. Mouton lag na drie dagen rallyrijden slechts tweeëndertig tellen voor op Vatanen, nadat ze problemen met de remmen had gekregen. Röhrl viel uit met een kapotte versnellingsbak, Frequelin blies zijn motor op, en Ari Vatanen raakte in de laatste proef een rotsblok, waardoor hij naar de zevende plek terugviel. Mouton en Pons wonnen de San Remo-rally met vier minuten voorsprong op Toivonen, waarmee Mouton de eerste vrouw werd die een WRC-evenement won.

Toen Mouton werd gevraagd hoe het was om als vrouw een rally te winnen, merkte ze op: ,,Ik denk er niet zo over na, ik denk alleen dat ik me tussen al die goede coureurs niet belachelijk moet maken en gewoon mij best moet doen.

Gedresseerde apen

In 1982 ging de strijd in het WRC tussen Audi, Opel, en Nissan, en bewees Mouton dat haar overwinning geen toevalstreffer was geweest door uitgerekend de zwaarste gravelrally’s van het seizoen, Portugal en Griekenland, te winnen. Later in het seizoen won ze ook de rally van Brazilië. Mouton hield ook echt van gravelrallies: ,,De auto gaat alle kanten op, en je voelt precies aan wat ie doet. Ik heb een balletachtergrond, en vond rijden op gravel precies op dansen lijken. In Catalunya – in het Europees Kampioenschap – startten we de eerste stage op asfalt, en toen werd ik halverwege door een lokale deelnemer voorbij gereden. ‘Dit wordt helemaal niets’, dacht ik. Een paar stages later was de weg onverhard en aan het eind van de dag stond ik ineens aan de leiding.” Die stond ze ook niet meer af.

In het WRC ontwikkelde zich een verbeten strijd tussen de Audi’s van Mouton, Mikkola en Blomquist en de Opel van Walther Röhrl. Röhrl pakte veel punten die hij op gravel aan Mouton verloor, weer terug op asfalt, hoewel zijn kleine Ascona 400 zich alleen op betrouwbaarheid goed kon meten met de monsterachtige Quattro’s. Journalist Werner Grissman vroeg Röhrl na een demo-ritje hoe het nou kon dat hij zoveel moeite met de Audi’s had. Zijn antwoord werd verdraaid tot ,,in de Audi’s rijden alleen gedresseerde apen,” waarop Röhrl meteen werd weggezet als chauvinist en vrouwenhater, terwijl hij in feite zei: ,,Wel, je neemt een Audi, zet er een getrainde aap in, en die zal nog een stuk sneller zijn dan ik.

De strijd tussen Mouton en Röhrl bereikte een climax in Ivoorkust, waar Mouton vlak voor de start moest vernemen dat haar vader was overleden. Ze hield dat voor zichzelf en begon aan een race die in een waar foutenfestival ontaardde: Mouton nam een enorme voorsprong op Röhrl, maar het ging fout na een – achteraf overbodige – versnellingsbakwissel. De koppeling werkte niet meer, en moest vervangen worden. Door het gesleutel verloren Mouton en Pons tweeënzeventig minuten, en was de voorsprong op Röhrl nog maar achttien minuten. En het werd nog erger, want op de laatste dag wilde de Audi niet meer starten: gecorrodeerde inspuiting. Mouton reed nog aggressiever dan gewoonlijk om de verloren tijd goed te maken, en sloeg over de kop. Ze kon verder, maar zonder pace-notes: die was Pons in de chaos kwijtgeraakt. Op de goede stukken haalde Mouton gemakkelijk tweehonderd kilometer per uur.

Achteraf gezien was een overwinning helemaal niet nodig geweest, tweede achter Röhrl was genoeg voor de wereldtitel. Maar zo dacht Mouton niet, ze wilde per sé winnen, al was het maar voor haar vader. Ze vloog opnieuw over de kop, maar Gumpert was met een technische ploeg in de buurt, en slaagde erin de Quattro weer op te lappen en op gang te krijgen. Een derde crash, met dit keer een verbogen schokbreker tot gevolg, betekende echter het einde. Mouton viel uit en de achterstand was nu zo groot dat zelfs een dubbelslag van Mikkola en Mouton in Engeland geen effect meer had: de wereldtitel ging naar Walther Röhrl. Audi haalde dankzij de goede teamresultaten wel de constructeurstitel op.

Een nieuwe uitdaging

In 1983 en 1984 won Audi dankzij Mikkola en Blomquist twee keer de wereldtitel, maar vooral 1984 ging met horten en stoten. Mouton draaide in 1983 een redelijk seizoen, maar vond het zelf teleurstellend met slechts drie podiums en een vijfde plaats algemeen. In 1984 werd ze veel als testrijder gebruikt voor de nieuwe Sport Quattro, een verkortte versie die de Ur-Quattro zou moeten opvolgen. Ze had echter zo vaak technische problemen dat ze Stig Blomquist aanraadde in de Ur-Quattro te blijven rijden, waarmee de Zweed dat jaar wereldkampioen werd.

De eerste Sport Quattro was helaas een flop in het WRC, en men richtte zich op de Sport Quattro S1, een van de meest monsterachtige rallywagens ooit. ,,Die wagen was echt teveel van het goede. Op gravel en sneeuw ging het nog wel omdat je nog kon voelen waar de auto heen ging, maar op asfalt had je echt bliksemsnelle reflexen nodig om de wagen op de weg te houden.

Mouton en John Buffum gaven de ‘oude’ Sport Quattro zijn elf minuten roem in de belangrijkste heuvelklimwedstrijd van het jaar: de International Hillclimb, een race naar de top van Pikes Peak, een 4301 meter hoge berg in de Rocky Mountains. Het parcours loopt vanuit Crystal Creek in Colorado, naar de top over negentien kilometer met 156 bochten, waarvan de meeste geen vangrail hebben. De engste bochten liggen bovenaan, met daaraan grenzend de Bottomless Pit, een afgrond van achttienhonderd meter.

Mouton besloot in haar eerste outing haar copilote Fabrizia Pons mee te nemen, aangezien ze het niet aandurfde alleen te rijden. Ze won de rallyklasse en werd tweede overall. De organisatie stond er wat raar bij: voor het eerst een Europees team, voor het eerst een auto met turbo, en voor het eerst een vrouw. Dat moest wel problemen geven.

In 1985 kreeg Mouton het dan ook hard voor haar kiezen toen ze tijdens de trainingen vijf kilometer te snel was op de openbare weg, en een concurrent klaagde dat ze in de pits hem bijna had aangereden. De organisatie eiste dat Mouton pas bij de start in de auto zou stappen, en wilde haar niet over de openbare weg laten rijden. ,,Dus ik mag niet naar de start rijden omdat ik iemand zou kunnen doodrijden, en als ik dan crash en mezelf doodrij omdat ik dankzij jullie niet genoeg voorbereidingstijd heb gehad, daar klaagt niemand over?

De organisatie stond het team toe Mouton met haar auto naar de start te duwen. Maar als ze hadden verwacht dat dit Mouton uit haar concentratie zou halen, dan had men zich vergist. Mouton vloog bijna tegen Pikes Peak op: ,,Vlak voor de finish liggen vier flauwe bochten, waar je eigenlijk even je gas los moest laten, maar ik ging er volgas doorheen, zo kwaad was ik. Ik ben nog nooit zo bang geweest in een auto, maar ik hield hem op de weg. En we wonnen de race!

Mouton verpletterde het record van Al Unser en zette een tijd van 11:25.39 neer. Een dikke nederlaag voor de Unser-familie, die de race al een aantal decennia in hun zak had. Bobby Unser schijnt zich kort na de race weinig complimenteus te hebben uitgelaten over Audi, Mouton en vrouwen in het algemeen. ,,Als je ballen hebt, dan mag je het nog eens tegen me proberen op de afdaling,” antwoordde Mouton koeltjes. Toen Unser weer wat was afgekoeld, begreep hij dat John Buffum met zijn uiteenzetting vóór de race gelijk had gehad. ,,Jouw sprintcars en stockcars zien er cool uit met al die wielspin, maar 4WD is sneller,” zei Buffum. Het volgende jaar reed Unser zelf in een Audi.

Het Slot

1985 was het laatste jaar voor Mouton bij Audi. In 1986 maakte ze nog een paar gastoptredens voor Peugeot in hun 205 T16, waarmee ze ook het Duits kampioenschap reed. ,,Na vijf jaar in die Audi’s was de Peugeot ineens een leuk prettig speelgoedje.” Mouton had afscheid genomen van Fabrizia Pons, die was gestopt om te trouwen, en kreeg van Peugeot Terry Harryman als copiloot, omdat zijn eigen chauffeur, Ari Vatanen, nog in de kreukels lag na een giga-crash in Argentinië.

Mouton won het kampioenschap, maar de Group B-klasse werd dat jaar geplaagd door ongelukken: Joaquin Santos vloog in Portugal met zijn Ford het publiek in met dertig gewonden en drie doden tot gevolg, Marc Surer klapte in Duitsland met zijn Ford tegen een boom, waarbij de brandstoftank ontplofte en zijn copiloot om het leven kwam. De druppel was het ongeluk van Henri Toivonen, die in Corsica met zijn Lancia in een ravijn stortte. De auto ontplofte en brandde geheel uit. Toivonen en zijn copiloot Sergio Cresto waren op slag dood. De FIA besloot de Group B-klasse aan het eind van het jaar te verbannen. Voor Mouton betekende dat ook het einde, aangezien ze geen zin had om in de Group A te gaan racen, en weer terugkeerde naar Frankrijk om een gezin te stichten.

In 1988 was Mouton echter even terug, als initiatiefnemer van Rally Legends. Het was haar bedoeling een motorsportevement ter nagedachtenis aan Henri Toivonen op te richten, met alle rallykampioenen van 1979 tot 1988. Het evenement bestond uit een reeks rallyproeven, die in duels werden afgewerkt met auto’s die door de organisatie beschikbaar werden gesteld. In het eerste jaar waren dat de Group B-machines waar Mouton zelf nog mee had gereden: de Audi Quattro S1 en de Peugeot 205 T16, plus de Opel Manta waarmee Toivonen had gereden en enkele Groep A-wagens van Ford, BMW en Lancia.

De eerste editie werd gewonnen door Juha Kankunnen, die zijn voormalige teamgenoot Timo Salonen het nakijken gaf. Mouton trok zich na één jaar terug uit de organisatie, aangezien ze het lastig kon combineren met zelf meerijden. In de jaren die volgden ontwikkelde Rally Legends zich tot de Race of Champions, werden er ook coureurs uit de Formule 1, NASCAR, Touringcars, en motorsport toegelaten, en kwam er de Motorsport Nationscup bij voor landenteams.

Mouton rijdt af en toe nog eens historische rallies, soms met de Audi’s waarmee ze zo bekend werd. Na 24 jaar werd ze ook herenigd met Fabrizia Pons in een rally in Nieuw Zeeland, nog steeds een van haar favoriete races.

Het moderne WRC kan haar eigenlijk niet bekoren: ,,Dat is gewoon sprintrally. Als je één keer ergens verkeerd schakelt, ben je al meteen kansloos. Allemaal die korte ritjes, wij waren soms de hele dag met één of twee etappes bezig, dát is rally. Het is ook veel te gemakkelijk geworden. En aan racen op een circuit vond ik helemaal niks aan. Steeds maar dezelfde rondjes, steeds dezelfde rempunten. Ik zag er het nut niet van in.