De Indianapolis 500 kent dit jaar zes voormalige winnaars met een totaal van acht overwinningen. In aanloop naar de race die op 25 mei plaatsvindt, bespreken we deze kampioenen en evalueren we hun kansen om een 500-overwinning bij te schrijven. In het eerste deel gaan we ver terug in de tijd met 1996-winnaar Buddy Lazier.

Van alle terugkerende winnaars is de 46-jarige Buddy Lazier misschien wel de meest onwaarschijnlijke. De Amerikaan werd voor de splitsing van IndyCar nooit gezien als een serieuze kandidaat voor welke raceoverwinning dan ook. Pas toen de Indy Racing League in 1996 de Indy 500 overnam en met een lachwekkend zwak veld de ‘Month of May’ inging, kon de enigszins getalenteerde Lazier zijn opwachting in victory circle maken. In de jaren die volgden groeide hij uit tot een kampioen, maar viel daarna weer ver terug. Toch houdt hij vol.

Lazier is een IRL-coureur van het eerste uur. In de eerste zeven seizoenen van de series mist hij slechts één race, wint na zijn Indy 500-overwinning nog zeven races en wint in 2000 ook het kampioenschap. Sinds de terugkeer van veel professioneel werkende CART-teams en -coureurs in de Indy 500 en het IndyCar-kampioenschap zijn sinds 2001 de resultaten van Lazier naar het niveau van zijn tijd in de CART Indycar Series gedaald met als gevolg dat het team waarvoor hij het grootste deel van zijn carrière zou racen, Hemelgarn Racing, de hoofdsponsor kwijtraakt en zijn racecarrière in het slob terecht komt.

De eerste jaren van de 21ste eeuw betekent voor veel oorspronkelijke IRL-rijders dan ook het einde van hun carrière in de IndyCars. Datzelfde lot lijkt Lazier ook te bevallen, totdat Panther Racing hem in 2005 vraagt de Indy 500 voor het team te racen. In de massahysterie rondom rookie Danica Patrick rijdt Lazier in een van zijn beste races die hij in zijn leven zou racen naar de vijfde plaats, ver vóór Panther-teamgenoten Tomáš Enge en Tomas Scheckter. Als erkenning voor dat sterke optreden gunt teameigenaar John Barnes hem in nog vijf races de kans te laten zien dat Buddy Lazier geen vergane glorie is, met vier top tien finishes als resultaat.

Na een weinig enerverende campagne voor Dreyer & Reinbold Racing in 2006, is het na dat seizoen dan eindelijk echt voorbij. Lazier richt zich daarna alleen nog maar op de Indy 500. Een reünie in 2008 met Hemelgarn en een mislukte kwalificatiepoging een jaar later zijn de laatste wapenfeiten van een oude kampioen.

Totdat de Lazier-familie vorig jaar een Dallara-chassis in handen krijgt. Nog altijd verliefd op de Indy 500, keert Buddy Lazier met Lazier Partners Racing terug. Onder leiding van zijn vader Bob weet hij kwalificatie voor de race af te dwingen, maar maakt mechanische pech al vroeg een einde aan zijn race.

In 2014 zullen we een beter beeld krijgen van de kracht van Lazier Partners Racing. Vorig jaar kon niet veel van het team, dat voor een groot deel bestaat uit voormalig Hemelgarn-personeel, verwacht worden na de korte voorbereidingstijd. Nieuwe sponsoren zijn in aanloop naar dit jaar verzameld, die deelname aan de komende Indy 500-races veiligstellen. Met een nog altijd topfitte Buddy Lazier zal het team in het minste geval een gezonde aanvulling op de deelnemerslijst zijn, maar altijd publiekslieveling blijven.