Dit jaar maakte Rahel Frey haar debuut in de Deutsche Tourenwagen Masters. In een verouderde Audi A4 van Audi Sport Team Phoenix kon de Zwitserse rookie niet veel indruk maken. Ondanks haar laatste plaats in het kampioenschap lijkt een vervolg in de DTM toch in het verschiet te liggen. Vier vragen aan de 25-jarige coureur.

Hoe kijk je terug op je debuutseizoen in de DTM?
“Veel dingen, zowel op als naast de baan, waren nieuw voor mij. Het is een geweldige sport met veel PR-werk en ongelooflijk veel fans – fantastisch! Ik denk dat ik een beetje overweldigd was door de dimensie van dat allemaal. Ik heb veel steun gekregen van iedereen binnen Audi en Audi Sport Team Phoenix. Dat was erg leuk.

Ik kijk nu al uit naar mijn volgende kans om in een DTM-auto te rijden.”

Wat waren de belangrijkste dingen die je moest leren, vergeleken met de Formule 3 waar je voorheen in racete?
“De gevechten op de baan, het kwalificeren, de race, het overleggen met je eigen ingenieur en met Audi. Dit vindt natuurlijk plaats op een veel geraffineerder en professioneler niveau. Het aantal betrokken teamleden ligt veel hoger. Ik heb daar erg van genoten; je wordt steeds weer uitgedaagd. De ontwikkeling door het seizoen heen laat zien dat je steeds beter de verkregen informatie van race tot race kan toepassen.”

Onlangs heb je weer een teken van vertrouwen gekregen toen je mocht testen…
“Eind november kreeg ik de kans in Spanje twee dagen te testen. Dit geeft aan dat iedereen binnen Audi achter mij staat en in mij gelooft. Dat geeft mij nog meer motivatie voor volgend jaar.”

Wat ga je deze winter anders doen in je voorbereiding op 2012 ten opzichte van het afgelopen seizoen?

“Ik wil mijn hoofd wat koeler houden en mijn ontwikkeling van dit jaar in 2012 doortrekken. Ik wil beter worden in de kwalificaties en vooral in de eerste ronden na de start moet ik wat feller zijn in gevechten met de concurrentie. Audi Motorsport-directeur dr. Wolfgang Ullrich en mijn teambaas, Ernst Moser, geven mij erg goede steun. Ik ben blij dat ik mijzelf dit jaar al aanzienlijk heb ontwikkeld. Ik hoop dat dit zich doorzet.”