Nooit meer zal iemand uit eerste hand kunnen vertellen hoe het was om voor de Tweede Wereldoorlog in de Indianapolis 500 te racen. Vorige week, op vrijdag 16 september, is de meerijdende monteur Joe Kennelly op 97-jarige leeftijd overleden. Met hem stierf de laatste levende herinnering aan de Indy 500 uit een tijd waarin coureur en monteur samen over de Amerikaanse ovals raceten.

Seymour

Kennelly werd geboren in Seattle, maar groeide op in Indianapolis. In de stad waar de auto-industrie nauw verbonden was aan de jaarlijkse Indianapolis 500, maakte Kennelly in 1936 zijn opwachting in de Indy 500 als meerijdende monteur van de ervaren Indy 500-rijder Johnny Seymour. Voor de uit de staat Michigan afkomstige Seymour zou het zijn laatste start op de Indianapolis Motor Speedway worden – al reed hij een jaar later nog wel acht ronden in de race rond als tijdelijke vervanger van Russ Snowberger. In de door coureur Shorty Cantlon ingeschreven Stevens-Miller kon het duo echter weinig uitrichten: al na dertien van de tweehonderd ronden moesten Seymour en Kennelly opgeven nadat de koppeling zodanig beschadigd was, dat zelfs Kennelly’s kennis en vaardigheden niet voldoende waren om deze op te lappen.

Laatste keer

1937 betekende het laatste jaar van de verplichte meerijdende coureur. Ook deze keer was Kennelly er weer bij als monteur van Cantlon, maar was hij niet ingeroosterd om naast een coureur plaats te nemen. Dat veranderde toen meerijdende monteur Freddie Mangold halverwege de race kortstondig uitstapte. Zo kon het dat Joe Kennelly zijn laatste ronden in de Indianapolis 500 op de bijrijdersstoel van Cantlon aflegde, om vervolgens weer plaats te maken voor Mangold.

In de daaropvolgende jaren was de meerijdende monteur niet meer verplicht. Omdat niemand van de optie gebruik maakte om toch een monteur mee te nemen, was 1937 het laatste jaar dat de monteurs zich in de ‘speedway cars’, zoals de huidige IndyCars destijds genoemd werden,  begaven.

Leven na Indy

Met zijn ervaring in de auto-industrie was Kennelly jarenlang werkzaam bij Allison Engineering, een dochteronderneming van de autogigant General Motors. Daar ging hij in 1982 na 42 jaar als leidinggevende van de Allison Gas Turbine-afdeling met pensioen om daar twee jaar later terug te keren als adviseur, een rol die hij tot 1989 vervulde.

Met het overlijden van Joe Kennelly is de link met de vooroorlogse deelnemers op de baan voorgoed verdwenen. Jim Rathmann heeft het stokje van Kennelly overgenomen. De winnaar van de 1960-editie maakte in 1949 zijn debuut in de legendarische race. De 83-jarige Amerikaan is de laatste nog in leven zijnde coureur wie in de jaren 40 op de Indianapolis Motor Speedway geracet heeft.